Pascale kiest voor thuisonderwijs
In Nederland moet elk kind van vijf jaar en ouder naar school. Maar wat doe je als je geen enkele basisschool kunt vinden waar je je goed bij voelt? Pascale koos daarom voor thuisonderwijs. Ze kreeg te maken met de nodige tegenwerking en veel negatieve reacties, maar staat jaren later nog steeds volledig achter haar keuze.
Het was al de zesde school die we bezochten. En weer had ik er geen goed gevoel bij. Onze zoon Philip was anderhalf en moest – gezien de wachtlijsten in de Randstad – snel op een school ingeschreven worden. Maar steeds was er wel iets wat ons niet aansprak. Te grote klassen, zodat de kinderen bijna geen een-op-een aandacht kregen. Een schoolpleincultuur waar het recht van de sterkste gold. Scholen die aan elke prestatie een cijfer wilden hangen, terwijl lang niet alles in cijfers is uit te drukken. En nergens zagen we de normen en waarden terug die horen bij onze katholiek-apostolische levensovertuiging.
Ik had ooit gehoord over iemand die haar kind thuisonderwijs gaf. Dat vond ik maar raar. Daar kreeg je toch een heel asociaal kind van? Maar nu besloot ik me er toch eens in te verdiepen. En wat bleek? Mijn vooroordelen klopten van geen kant. Uit meerdere onderzoeken kwam naar voren dat kinderen die thuisonderwijs volgden helemaal niet minder sociaal waren dan kinderen die regulier onderwijs kregen. Er waren zelfs universiteiten die thuis geschoolde kinderen maar wat graag wilden aannemen, omdat ze zo zelfstandig konden werken. We besloten Philip voor de zekerheid op de wachtlijst te zetten bij de school die ons nog het meest aansprak. En ondertussen zouden we de mogelijkheden voor thuisonderwijs serieus gaan onderzoeken.
Tribunaal
Hoe meer mijn man John en ik erover lazen, hoe enthousiaster we werden. Dit wilden we voor ons kind! Dus vroegen we vóór Philips vijfde verjaardag een vrijstelling van onderwijs aan bij de leerplichtambtenaar. Dat is in Nederland mogelijk op basis van je levensovertuiging. Helaas troffen we een officier van justitie die tegen thuisonderwijs was. Drie jaar lang hebben we rechtszaken gevoerd. Vlak voordat Philip acht werd, kregen we eindelijk de vrijstelling. Naast het juridische gevecht kregen we ook te maken met heel veel negatieve reacties uit onze omgeving. Elke verjaardag leek wel een tribunaal. Dat was lastig, want natuurlijk was ik in die tijd zelf ook onzeker. Doe ik er wel goed aan? Kan ik dit wel? Zullen mijn kinderen wel goed terechtkomen? Ik wist dat al die negatieve reacties van familie en vrienden voortkwamen uit diezelfde bezorgdheid, maar dat maakte het er eerder moeilijker op dan makkelijker. Gelukkig hebben onze ouders ons altijd gesteund, ook omdat ze zagen hoe serieus wij het aanpakten. Mijn moeder was alleen bang dat het voor mij te zwaar zou zijn.
En natuurlijk had ze daar best een punt. Het is een behoorlijk groot offer. Financieel zouden we er flink op achteruitgaan, want ik zou weinig tijd hebben om te werken. Ik heb een tekstbureau aan huis, maar kan maar af en toe een opdracht aannemen. En zou ik nog wel tijd overhouden voor mezelf? Nou, dat valt tegen. Thuisonderwijs geven blijkt in de praktijk nog intensiever te zijn dan we toen dachten! Maar gelukkig heb ik weinig nodig. Een middagje in de hamam of een rondje hardlopen en ik kan er wel weer tegenaan.
Veilige omgeving
Philip is inmiddels zestien en in de loop der jaren is ons gezin uitgebreid met Jette (13), Cato (8), Victoria (3) en Jakob (2 maanden). Alle kinderen volgen thuisonderwijs. Ik vind het vooral belangrijk om ze in alles wat we doen onze normen en waarden mee te geven. Dat betekent niet dat de dinosaurussen en de evolutietheorie niet aan bod komen, ze leren alles wat kinderen op school ook leren. Maar anders dan op school, praten wij veel na over de stof. Gaat het over de Tachtigjarige Oorlog, dan bespreken we wat er goed of fout was aan wat er toen gebeurde. Ik heb vroeger economie gehad uit de boeken van professor Heertje. Hij hangt een vrij linkse stroming aan. Maar ik wil mijn kinderen meegeven dat er verschillende stromingen zijn, die allemaal weer anders tegen een vraagstuk aankijken.
Zelf ben ik vroeger dus gewoon naar school geweest. Ik vond het zelfs hartstikke leuk. Ik zat op een gezellig klein dorpsschooltje: negentien kinderen in de klas en dat waren dan drie groepen. Ook de schoolpleincultuur heb ik toen niet als vervelend ervaren. Maar als ik er nu op terugkijk, denk ik: het was toch niet goed. Die groepjesvorming, zo je plek moeten bevechten. Dat wil ik niet voor mijn kinderen. Mensen zeggen weleens: “Zo is de maatschappij, ze kunnen er beter nu alvast aan wennen.” Dan zeg ik: “Ja, maar geen zes uur per dag.” Mijn kinderen maken dit soort dingen heus wel mee, op straat, op clubjes, op verjaardagen. Bovendien: je wordt niet sterk van uitgelachen en buitengesloten worden, je wordt sterk van opgroeien in een veilige omgeving. Een omgeving waar je jezelf kunt zijn en fouten mag maken.
Eigen ritme
Natuurlijk heeft een van de kinderen weleens geroepen: “Ik wil naar school!” Dat komt dan vooral door films en series als Mees Kees en Het kleine huis op de prairie. Ze hebben niet echt een realistisch beeld van hoe het op school is. En roepen schoolgaande kinderen niet om de haverklap dat ze juist geen zin hebben om naar school te gaan? Zo’n bui waait wel weer over. Wij als ouders hebben nu eenmaal deze beslissing voor hen gemaakt. Ze mogen pas zelf kiezen wanneer ze kunnen overzien wat school exact inhoudt. Dus als Philip of Jette nu per se naar school zou willen, dan mag dat. Maar juist op deze leeftijd ervaren ze de grote voordelen van thuisonderwijs. Vrienden zitten de hele dag op school en moeten daarna nog huiswerk maken, terwijl Philip en Jette veel meer hun eigen tijd kunnen indelen.
Toch heeft een schooldag bij ons thuis wel min of meer een vaste structuur. We starten ’s ochtends aan tafel, iedereen gaat dan aan de gang met zijn of haar eigen taken. De kinderen mogen zelf weten wat ze wanneer doen, als het aan het eind van de dag maar af is. Natuurlijk laat ik de oudsten daar wel steeds vrijer in. Het is grappig om te zien hoe ieder kind zijn eigen ritme heeft. Zo heeft Jette meestal voor het ontbijt al drie vakken gedaan, terwijl Philip het liefst pas na de lunch begint. ’s Middags doen we vaak iets gezamenlijks: een moeilijk boek van Dickens lezen of een geschiedenisles.
We houden in principe een standaard schoolweek aan, dus van maandag tot en met vrijdag. Ook zijn de kinderen in de schoolvakanties vrij. Het is fijn voor ze als ze lekker met vriendjes kunnen spelen die ook vrij zijn. Maar eigenlijk stopt het leren nooit. Als Cato ’s avonds vraagt wat de hoogste berg ter wereld is, pakken we de laptop erbij en zoeken we samen naar het antwoord.
Onderdompelen
Thuisonderwijs geven kan op heel veel verschillende manieren. Sommige ouders vinden het fijn om het op een heel schoolse manier te doen, met vaste schooltijden. Soms wordt er zelfs een aparte ruimte in huis ingericht als klaslokaal. Het andere uiterste is om kinderen helemaal zelf te laten bepalen wat ze willen leren en wanneer. Onze manier zit daar een beetje tussenin.
Voor schrijven en rekenen gebruiken we een methode die ook op scholen wordt gebruikt. Voor vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en biologie gaan we veel op pad. We dompelen ons vaak helemaal onder in een onderwerp. Toen Philip vier was, was hij bijvoorbeeld geïnteresseerd in duiken. We zijn toen naar het Omniversum in Den Haag geweest, waar een film over mariene biologie draaide. We praatten over het behoud van het koraal en hoe je zelf kunt zorgen voor een beter milieu. We keken naar de BBC-serie The blue planet. We zochten op de globe alle oceanen op en keken welke vissen en zeezoogdieren daarin voorkwamen. We leenden een duikhandboek van de bibliotheek en Philip leerde alle gebaren die duikers onder water gebruiken uit zijn hoofd. We gingen naar het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en lazen boeken over de VOC en Nederlands-Indië. Zo behandelen we aan de hand van één onderwerp bijna alle vakgebieden.
Klankbord
Mensen denken vaak dat je overal iets vanaf moet weten wanneer je thuisonderwijs geeft. Dat is niet zo, maar je moet wel mee willen leren met je kind. Ook als hij of zij een onderwerp aandraagt dat je eigenlijk helemaal niet interesseert. Zelf vind ik het alleen maar hartstikke leuk om steeds bij te leren, juist ook over onderwerpen waar ik zelf niet veel mee heb. Ik kijk dan als het ware door de ogen van mijn kind naar de wereld. En gelukkig hoef ik niet alles alleen te doen. De exacte vakken liggen John beter, dus daar helpt hij de kinderen mee. En verder zijn we betrokken bij een thuisonderwijs-gemeenschap. Daar zit bijvoorbeeld een ouder bij die de kunstacademie gedaan heeft en eens in de zoveel tijd een creatieve middag organiseert voor kinderen die thuisonderwijs krijgen. Of een bioloog die groepjes kinderen mee de natuur in neemt. Ook zijn er ouders die zelf remedial teacher zijn en die je kunnen helpen wanneer je kind bijvoorbeeld achterblijft met lezen. Het is fijn om zo’n klankbord te hebben.
Zoektocht
Omdat er in Nederland zo weinig thuisonderwijs wordt gegeven, blijft het af en toe een hele zoektocht. Bijvoorbeeld naar geschikte leermiddelen – daar kun je bijna niet aan komen als je geen school bent. Ook toen Philip de leeftijd kreeg waarop hij normaal gesproken naar de middelbare school zou gaan, was het weer even zoeken naar een geschikte aanpak. Je kunt bijvoorbeeld per vak staatsexamen doen, maar dat is heel duur. Bovendien kan ik natuurlijk niet alle vakken zelf geven. Uiteindelijk hebben we gekozen voor een lesprogramma via een Amerikaanse high school. Het werk van Philip en Jette wordt daar ook nagekeken. Ze gaan straks hetzelfde examen doen als Amerikaanse leerlingen, maar dan op afstand. De meeste universiteiten en hogescholen in Nederland accepteren zo’n Amerikaans high school-diploma als toelating.
Overigens is in Amerika en Engeland ook veel meer lesmateriaal te krijgen voor thuisonderwijs. Ook in veel andere West-Europese landen is thuisonderwijs veel gebruikelijker dan hier. Als een kind daar vastloopt in het reguliere onderwijs, krijgen ouders soms zelfs het advies om hun kind zelf les te gaan geven. Ondenkbaar in Nederland. Als je hier eenmaal in het reguliere onderwijs hebt gezeten, is het juridisch gezien bijna onmogelijk om nog thuisonderwijs te krijgen. Ik blijf het vreemd vinden dat we in een vrij en tolerant land als Nederland zo achterblijven op dit gebied.
Vriendjes
We krijgen ook nog steeds heel veel negatieve reacties van de buitenwereld. Niet meer van onze naaste familie en vrienden, want die zien dat het goed gaat met de kinderen. Maar mensen die er voor het eerst van horen, reageren eigenlijk zonder uitzondering negatief. Vroeger begon ik me dan uitgebreid te verantwoorden, maar tegenwoordig laat ik het maar van me afglijden. Wat kan mij het schelen wat de bakker ervan denkt? Het is trouwens leuk om te zien hoe anders kinderen ermee omgaan. Het is heus weleens gebeurd dat een vriendje vroeg: “Hè, hoeven jullie niet naar school? Maar iedereen moet toch naar school?” “Nee hoor, wij krijgen thuis les”, zeiden mijn kinderen dan. “O, oké”, klonk het dan, en ze speelden weer vrolijk verder.
Het is ook niet zo dat mijn kinderen altijd een buitenbeentje zijn omdat ze niet weten hoe het er op school aan toe gaat. Daar hebben kinderen het onderling helemaal niet over. Als hier een vriendje komt spelen, vraag ik weleens: “Hoe was het op school?” Dan krijg ik een antwoord als ‘goed’ of ‘leuk’. Maar wat ze gedaan hebben of met wie ze gespeeld hebben, zijn ze al bijna weer vergeten.
En om maar meteen een van de grootste vooroordelen weg te nemen: ja, mijn kinderen hebben dus gewoon vriendjes! Ze zitten allemaal op meerdere clubjes en spelen veel met kinderen uit de buurt. Natuurlijk is dit een van de zaken waar ik me van tevoren best zorgen over maakte. Maar in de praktijk blijkt dat thuisonderwijs onze kinderen juist heel veel brengt op sociaal vlak. Ze hebben namelijk veel tijd om met andere kinderen te spelen.
Harmonieus
Ik weet natuurlijk niet hoe het zou zijn als de kinderen naar school zouden gaan, maar heb wel de indruk dat de band tussen onze kinderen extra sterk is doordat ze thuis les krijgen. De oudsten helpen de jongsten heel geduldig met hun werk. Nu er sinds kort weer een baby in huis is, leren ze goed wat het is om rekening te houden met elkaar. We moeten wat flexibeler zijn en de dingen om Jakobs slaapjes heen plannen.
Natuurlijk is er ook bij ons weleens ruzie, maar dat wordt meestal snel bijgelegd. Dat moet ook wel als je zo veel met elkaar optrekt. Voor mij als moeder is dit misschien wel het grootste cadeau: het fijne, harmonieuze gezin dat we met z’n allen zijn. Ook voel ik me gezegend met het feit dat ik de ontwikkeling van de kinderen van zo dichtbij mag meemaken.
Maar eerlijk gezegd denk ik dat ons gezin niet eens zo heel anders is dan een gezin met schoolgaande kinderen. Zo bijzonder zijn we helemaal niet. Het belangrijkste verschil is misschien nog wel de tijd die we hebben om te praten. Kinderen praten niet op het moment dat jij dat wilt, maar wanneer ze dat zelf willen. En als mijn kinderen vinden dat dat moment is aangebroken, ben ik er altijd voor ze. Dat is denk ik wel het grootste goed.
Pascale houdt een blog bij over haar gezin en het geven van thuisonderwijs.
-
Zoekend naar andermans ervaringen ben ik blij deze te lezen. Nu voor het eerst zelf in verwachting en maak me nu al zorgen om de toekomstige aanpak van basisonderwijs voor onze kleine. Bedankt voor het mooie verhaal dit moedigt aan om veder onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor thuisonderwijs.