pleeggezin

Een pleeggezin: welkom in andermans armen

Een warm en veilig thuis is niet voor ieder kind weggelegd. Daarom startte de overheid in 2018 de campagne Supergewone mensen gezocht om mensen aan te moedigen pleegouder te worden. Want soms is opvang in een pleeggezin de enige optie voor kinderen als het thuis niet meer gaat. In het leven van Manuela (31) maakten haar pleegouders het verschil. Mede dankzij hen groeiden zij op tot een evenwichtige, gelukkige vrouw.

“Mijn vader en moeder waren nog heel jong toen ze trouwden en ouders werden. Ze kregen twee kinderen samen, mijn drie jaar jongere zusje en mij. Thuis was het niet prettig, er was altijd ruzie, het was geen fijne omgeving om in op te groeien. Ik wil en kan er niet te veel over zeggen, maar er was altijd strijd, geen geborgenheid en liefde. Goede zorg ontbrak, maar daar had ik als klein meisje helemaal geen weet van, dat besef je gewoon niet als je nog zo jong bent. Je hebt veel te weinig levenservaring om de situatie te kunnen beoordelen, je kent als kind alleen de voor jou bekende omgeving en omstandigheden. Mijn ouders besloten te scheiden toen ik vijf jaar oud was en er werd een bezoekregeling met mijn vader getroffen voor mijn zusje en mij. In de weekenden waren we bij onze vader, maar over hoe slecht het thuis bij onze moeder ging spraken we niet. Uiteindelijk heb ik aan een schooljuffrouw in groep 3 voor het eerst echt verteld hoe het eraan toe ging bij ons thuis en zij heeft jeugdzorg ingeschakeld. Mijn zusje en ik gingen bij mijn vader wonen, maar ook hier ging het niet. Mijn vader verzoop letterlijk in de zorgen, maar wij als kinderen wisten dat niet. Mijn zusje en ik moesten weer verhuizen, maar bleven niet bij elkaar. We werden uit elkaar gehaald en kwamen allebei in een ander opvanggezin terecht. We vonden het vreselijk om van elkaar gescheiden te zijn, we begrepen er helemaal niets van. Het enige restje zekerheid dat we nog hadden omdat we samen waren, viel ook weg. Hadden we iets verkeerd gedaan?”

 

Wees

“Als kind weet je alleen dat je weg moet bij je moeder en later ook niet meer bij je vader mag wonen. Het is een heel verwarrende situatie. Eerst vond ik het vreselijk dat jeugdzorg zich met ons ging bemoeien, maar achteraf weet ik dat het de enige juiste keus was. Er moest letterlijk afstand komen tussen ons en onze ouders, al was de reden dat het misging bij mijn vader een totaal andere dan de situatie bij mijn moeder. Bij mijn moeder werden wij als kinderen als het probleem gezien, bij mijn vader speelden tal van problemen van buitenaf een rol. Mijn vader kon het financieel niet meer bolwerken. Hij voelde zich verantwoordelijk voor ons, maar kon ons niet de zekerheid en verzorging bieden die we nodig hadden en zag maar één optie: weggaan. Het bracht hem ertoe naar het buitenland te gaan, nadat hij eerst jeugdzorg had ingelicht. Mijn vader verdween een hele tijd uit ons leven en dook pas jaren later weer op. Al die tijd hebben wij, maar ook zijn ouders, mijn opa en oma, niet geweten waar hij was, zelfs niet of hij nog wel in leven was. Mijn zusje en ik stonden inmiddels onder toezicht van jeugdzorg. Toen ik twaalf was werd ik officieel wees, mijn ouders waren uit de ouderlijke macht ontzet. Ik was alleen en had geen familie meer om me heen. Het contact met mijn zusje werd later gelukkig hersteld, dankzij onze opa en oma van vaderskant. Deze laatsten zijn zich altijd voor ons blijven inzetten.”

 

Lees ook: Anita verbrak zelf het contact met haar ouders uit liefde voor haarzelf…

 

Open armen

“Het pleeggezin waar ik in terecht kwam was een warm bad. Mijn pleegouders zagen en hoorden me. Er werd naar me geluisterd en ik werd serieus genomen. Mijn pleegouders hebben me liefdevol in hun gezin opgenomen, net zoals de eigen kinderen van mijn pleegouders dat deden. Ook zij accepteerden mij als pleegzus in hun midden en ik heb echt een voorbeeld aan hen gehad. Ik leerde hoe en wanneer je je huiswerk doet en hoe ik me mooi kon kleden. Ook deden we gezellig samen een spelletje als we op zondagochtend uit de kerk kwamen. Voor het eerst woonde ik in een rustige, veilige omgeving waar mensen aardig waren voor elkaar, waar rekening met elkaar gehouden werd en waar het echt gezellig was. Er waren behalve de vier eigen kinderen, nog vier pleegkinderen in het gezin en we deelden onze ervaringen onderling. Er was herkenning, ik was niet de enige, bij deze andere kinderen ging het ook niet thuis. Wat ik ook heel knap van mijn pleegouders vond, was dat ze zich nooit negatief hebben uitgelaten over mijn ouders. Ze hebben het altijd belangrijk gevonden dat ik contact met hen kon zoeken als ik dat wilde. Van mijn 12e tot mijn 18e woonde ik bij mijn pleeggezin en alle belangrijke dingen in mijn puberteit heb ik bij hen doorgemaakt en beleefd. Ik ben volwassen geworden bij mijn pleeggezin, letterlijk én figuurlijk, maar ik kon hier ook eindelijk kind zijn. Ik heb mijn kindertijd dubbel en dwars ingehaald en ik werd geaccepteerd zoals ik was. Altijd heb ik gedacht dat het mijn fout was dat ik weg moest bij mijn ouders, dat ik onhandelbaar was, een naar en moeilijk kind, maar pas bij mijn pleeggezin ervoer ik dat ik goed was zoals ik was.”

 

Kwetsbaar

“Met mijn moeder heb ik geen contact meer. Ze heeft na ons nog meer kinderen gekregen met andere partners. In totaal heeft ze zeven kinderen, vijf zijn uit huis geplaatst, twee wonen nog bij haar. Ik houd mijn hart vast voor hen. Met mijn vader heb ik wel weer contact. Toen ik negentien jaar was kreeg ik via via zijn telefoonnummer in handen. Hij bleek terug in Nederland te zijn. Na lang twijfelen heb ik hem gebeld. Het was vreselijk moeilijk, maar het ging toch om mijn vader, ik wilde zijn stem horen en ook waarom hij ons destijds achter had gelaten en weg was gegaan. We hebben gepraat. Er is nog veel ongezegd en er zijn nog veel gesprekken nodig, maar we hebben weer contact, al is het kwetsbaar. Mijn vader heeft me verteld dat hij zich enorm schaamde voor zijn beslissing van toen en er nog steeds last van heeft. Toch ben ik erg goed terechtgekomen na zijn vertrek, mijn verblijf bij mijn pleeggezin heeft ervoor gezorgd dat ik nu zo sterk en volwassen in het leven sta. Mede dankzij mijn pleeg-ouders ben ik de vrouw geworden die ik nu ben. Iemand die evenwichtig in het leven staat. Ja, ik ben beschadigd, maar niet onherstelbaar. Ik heb mijn geluk gevonden. Ik ben getrouwd en heb twee prachtige kinderen. Kinderen die ik alles wil geven wat ik zelf nooit gehad heb. Mijn kinderen zullen nooit naar bed gaan zonder eten en zullen nooit gaan slapen zonder knuffel. Ze weten dat we hen nooit alleen zullen laten en dat ze nooit tevergeefs zullen hoeven te wachten op een bericht als ze jarig zijn. Ik weet dat ik de juiste mensen heb getroffen toen ik ze nodig had. Helaas kan niet iedereen dat zeggen en dat vind ik heel erg, want ik gun het ook andere kinderen om met open armen te worden ontvangen, ook al zijn het niet de armen van je eigen ouders. Daarom zou ik iedereen die het kan en wil, vragen te overwegen pleegouder te worden. Je kunt het leven van een kind namelijk écht veranderen.”

 

Ook Tessa werd opgevangen in een ander gezin: “Mijn pleegmoeder is mijn redding geweest. Door haar ben ik de vrouw geworden die ik ben.”

Manuela (31)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Ivonne Bennink-Benink 21-07-2018 17:44
    Wat fijn om verhalen van andere kant te lezen. Wij zijn pleegouders van 2 broertjes met een verstandelijke handicap. De oudste is 15 en autistisch ADHD en de jongste 11 ook vorm van autisme en PTTS/ hechtingstoornis. Ze wonen vanaf 2009/2010 bij ons. Het is een heftige tijd maar ook met veel liefde. Ze groeien op tot “normale” jongens met vallen en opstaan. Het is niet makkelijk allemaal en had bij ons ook moeizame tijden, ivm met de moeder en vaders. Rechtszaken, jeugdzorg, raad van kinderbescherming etc. Vaak hadden wij ook het idee dat we het niet konden redden, dat we zo moe waren. Alsof de jongens het konden voelen en bij je kwamen knuffelen. Wij hopen ook, dat de jongens later goed terecht komen en wij hiervan mogen genieten. Gr Ivonne
  • Kwebbeltje 01-09-2018 01:13
    Hallo allemaal, Het is voor mij fijn om te lezen dat er ook “goede” pleegouders zijn. Voor mij was het echt geen rozen geur en maneschijn. Ik kwam op mijn 12 levensjaar in een pleeggezin terecht wat heb ik gehuild toen we (zus en broertje) daarheen gingen. De eerste nacht kan ik me als de dag van vandaag herinneren mijn broertje toen 6 jaar plaste in bed als hij overdag veel spanningen mee had gemaakt ( hij heeft zware ADHD en hechtingsproblemen) dus die eerste nacht was meteen raak mijn broertje huilen en huilen totdat onze pleegmoeder kwam kijken kan je vertellen heb me wezenloos verschrokken ze begon meteen te schelden en ze zei blijf maar lekker in je eigen plas slapen ik wil je niet meer horen, toen ze van de slaapkamer af was heb ik mijn broertje zijn natte kleren uitgedaan en opgehangen en een schone onderbroek gepakt en hem bij mij in bed gelegd elke keer erna als hij in bed had geplast deden we dat zo hij huilde niet meer van angst maar maakte mij wakker. Dit is een ding van de vele dingen die gebeurd zijn. Na 2 weken met zijn drieën vonden mijn pleegouders mijn zus een onruststoker en werd zij naar een ander pleeggezin overgeplaatst maar deze waren chronisch ziek en mijn zus moest het hele huishouden op zich pakken ze mocht nooit naar buiten. Mijn broertje en ik bleven wel samen maar we hadden net zo goed thuis kunnen blijven wonen want we hadden nu nog meer stress om de dag door te komen dan dat we thuis hadden ik had dit ook kenbaar gemaakt maar ik werd niet geloofd door niemand en mijn pleegouders ontkende alles natuurlijk wat nu wel voor problemen zorgd want ik vertrouw niemand door dit alles ben ik nu chronisch depressief ziek geworden met alle lichamelijke en geestelijke klachten die daarbij komen kijken is nu het gevolg dat ik mijn beroep niet meer kan uitoefenen en ik dus nu helemaal geen uitlaat klep meer heb. Dus lof voor de pleeggezinnen die het wel met hun hart doen.