Karin Kuiper werd weduwe en alleenstaande moeder
Karin Kuiper is de weduwe van schrijver Karel Glastra van Loon, die vooral bekend werd met zijn boek De passievrucht. In Karels laatste boek Ongeneeslijk optimistisch vertelt hij openhartig over zijn leven als kankerpatiënt. Nu, tien jaar na zijn overlijden, vertelt Karin hoe zij het rouwproces heeft ervaren. “Als weduwe én alleenstaande ouder moet ik in mijn eentje de kost verdienen, drie kinderen opvoeden en het huis schoonhouden. Dat kan eigenlijk niet.”
Karel en jij stonden midden in het leven. Dante was nog een baby en jullie dochters Bobbie en Noa waren ruim drie en vijf jaar oud. Wat gebeurde er op die koude winterdag in 2004?
We waren net drie weken in Amerika, waar Karel een tijdje les zou geven in creatief schrijven aan de University of Michigan. In ons huurhuis stonden alleen een gasfornuis, een bed en een tafel, dus we hadden allerlei noodzakelijke spullen aangeschaft. Op zaterdag zou Karel sleetje gaan rijden met de meisjes en ik zou met Dante, die nog in de draagzak zat, naar een boekwinkel gaan. Maar het prachtige weer deed mij op het laatste moment besluiten om met de anderen mee te gaan. Dat was achteraf maar goed ook, want nadat Karel met de meisjes op de slee naar beneden was gesuisd, kon hij niet meer opstaan. Hij was ook gedesoriënteerd en ik wist meteen dat er iets met zijn hoofd was. Onze mobiel werkte niet vanwege de kou, dus ik kon geen alarm slaan. Ik moest hem van die heuvel af krijgen, maar ook de kinderen in veiligheid brengen. Hij heeft wel twintig minuten in de kou op die slee gelegen, terwijl ik de kinderen naar de auto bracht. Onderweg heb ik een stelletje aangeklampt voor hulp en kort daarop kwam de ambulance, die Karel naar het ziekenhuis bracht. Laat hem alsjeblieft niet nu doodgaan, dacht ik, terwijl ik er met mijn auto achteraan reed.
Diezelfde dag kregen we te horen dat Karel een epileptische aanval had gehad die was veroorzaakt door een hersentumor. We besloten zo snel mogelijk terug te gaan naar Nederland. Mijn zus en Karels beste vriend vlogen naar Amerika om de laatste dagen daar met ons door te brengen. Het waren eigenlijk heel gezellige avonden, heel intens. Ik wist dat ik mijn man ging verliezen, maar Karel was echt niet van plan om dood te gaan.
Tegen beter weten in?
Hij wist natuurlijk wat de consequentie was van die tumor in zijn hoofd. Maar hij wist ook dat er mensen zijn die daar lang mee kunnen leven. Hij nam zich voor om dat ook te doen, minstens tot Dante achttien jaar zou zijn. Bij Karel was het glas altijd halfvol. Hij was niet bang om dood te gaan, maar had er geen zin in. Hij was heel optimistisch en vond het leven nog veel te leuk.
Sloeg zijn optimisme over op jou?
Nee, maar ik had wel zoiets van: nu is hij er nog. Ik heb nog lang genoeg te leven zonder hem. Ik wilde onze kostbare tijd optimaal benutten en we hebben samen nog mooie dingen gedaan. Vooral op huis-tuin-en-keukenniveau, als een gezinnetje.
Zijn ziekteproces heeft zeventien maanden geduurd. Hoe kon je hem daarin steunen?
Door er samen over te praten en door hem zo veel mogelijk zelf de regie te laten houden. Ons leven stond zeker niet in het teken van ziek-zijn en Karel heeft zich nog heel lang goed gevoeld. Langzaamaan kreeg hij wel meer moeite met schrijven. Pas de laatste drie weken van zijn leven was hij bedlegerig.
Door wie werd jíj gesteund?
Mijn zus en een vriendin deden erg hun best en ik belde veel met een vriendin die in Engeland woonde. Soms moesten de kinderen na school opgevangen worden, omdat Karel naar het ziekenhuis moest. Gelukkig werden we dan van alle kanten geholpen. Maar ik vond het niet prettig als er voortdurend mensen in huis waren. Ik ben linkshandig en als ik dan thuiskwam, stonden alle spullen ineens anders. Daar kon ik slecht tegen. Daar kwam bij dat ik mijn eigen gezinnetje zo veel mogelijk wilde behouden. En nog steeds. Vroeger stond de deur altijd wagenwijd open voor iedereen, maar dat is nu niet meer zo. Het wordt me soms teveel.
Veranderde er iets in jullie relatie?
Ik had drie kinderen gebaard, borstvoeding gegeven en veel thuis voor de kinderen gezorgd. Ondertussen had Karel aan zijn carrière gewerkt en na Amerika zouden we die rollen een beetje omdraaien. In die zin waren we gelijkwaardig. Gedurende zijn ziekte werd die gelijkwaardigheid minder. Hij kon geen auto meer rijden en niet meer met onze dochter achterop de fiets naar het zwembad, want hij kon zomaar een epileptische aanval krijgen en omvallen. Hij ging op een speciaal dieet en ik kreeg steeds meer de rol van verzorgster. Ook moesten we ons allebei voorbereiden op iets totaal anders. Hij op de dood en ik op een leven zonder hem.
Spraken jullie over de tijd na zijn dood?
We maakten weleens opmerkingen over hoe het zou zijn met een andere man in mijn leven, maar dat konden we op het laatst niet grappig meer vinden. Ik vroeg of hij wensen had ten aanzien van de opvoeding of toekomst van onze kinderen. Hij antwoordde dat hij niet over zijn graf heen wilde regeren en dat hij er alle vertrouwen in had dat ik het goed zou doen. Ook liet hij de keuze of hij begraven of gecremeerd zou worden aan mij. Omdat ik niet wist of ik hier zou blijven wonen, koos ik voor het laatste. Ik vind het zo treurig als er een graf is dat je niet meer goed kunt bijhouden.
Karel koos wel zelf voor een volledig stervensproces.
Daar had hij een heel boeddhistische kijk op. Hij zag sterven, en ook het bijbehorende lijden, als een onderdeel van het leven. Dat hoorde er voor hem allemaal bij. Hij vond het niet leuk, maar zag het op een bepaalde manier als een avontuur.
Hoe was dat voor jou?
Mijn vader heeft uiteindelijk wel een vorm van euthanasie gehad. Mijn zus en ik zijn verpleegkundigen en waren bij dat allerlaatste stukje betrokken. Dat vond ik toen heel zwaar. Dus ik vond het niet erg dat Karel dat niet wilde. Als hij moest verliggen, zag ik wel dat hij pijn had, maar verder heb ik hem eigenlijk niet zo zien lijden. Ik zag wel dat het moment van sterven een verlossing voor hem was.
In hoeverre had jij je voorbereid op een leven zonder hem?
Ik ging bijna dagelijks hardlopen op de hei en tijdens het lopen dacht ik na over hoe ik mijn leven zou gaan vormgeven. Ik moest natuurlijk mijn geld verdienen. We hadden allebei die anderhalf jaar nauwelijks kunnen werken en onze reserves gingen er snel doorheen. Verder kon ik me er niets bij voorstellen, behalve dan dat ik hem heel erg zou missen. Ik wilde me er ook helemaal niets bij voorstellen. Dat vond ik zonde van de tijd met hem. En toen het eenmaal zover was, bleek het heel anders te zijn dan ik me überhaupt had kunnen voorstellen.
Hoe anders?
Mijn enige referentie was dat het leed na een paar maanden was geleden als je verkering uitging. Dat is met de dood natuurlijk totaal anders. Die eerste paar jaar zijn heel lastig geweest en ook daarna heb ik nog een flinke dip gehad. Anderhalf jaar na Karels dood ging Dante naar school en dat was een enorme bevrijding voor mij, omdat ik mijn handen weer vrij had. Ik zat weer in de lift en volgde een studie. Maar voor mijn gevoel leidde het nergens toe. Karel was nog steeds dood. Als je met z’n tweetjes bent en een gezinnetje begint, dan ben je samen een leven aan het opbouwen. Zijn dood heeft daar een enorm gat in geslagen. Karel en ik zijn zo verweven met elkaar. Niet alleen door de kinderen, maar ook door onze reizen en ons werk. Het blijft een groot gemis dat hij er niet meer is, maar inmiddels kan ik ermee omgaan. Ik ben ook niet mistroostig, maar leuk is anders.
Je bent weduwe van een bekende Nederlander. Speelde dat een rol?
Dat was hartstikke fijn, want iedereen wist dat mijn man dood was. Mensen die ik tegenkwam, spraken over hem en vertelden dat ze zijn boeken hadden gelezen en er zo van hadden genoten. Het is voor iedere weduwe heerlijk om over haar man te mogen praten. Kort na zijn overlijden zocht ik contact met lotgenoten op een Amerikaanse site. Later ook op een Nederlands forum. Maar daar vond ik het niet prettig als ik merkte dat mensen mij vooral zagen als de vrouw van de schrijver Karel Glastra van Loon. Als ik ergens op reageerde, ging de aandacht om die reden al snel mijn kant op. Het voelde als een soort rouwconcurrentie, terwijl het verlies voor mij niet erger is dan voor een ander.
Lees ook: Nathalie ervoer dat mensen het moeilijk vinden als anderen rouwen.
Behalve weduwe werd je ook alleenstaande moeder. Hoe was dat?
In het begin twijfelde ik of ik de kinderen wel genoeg kon bieden. Ik had mezelf echt nooit als single moeder gezien. Ik was ook geen gescheiden moeder, die nog steeds de zorgtaken en de verantwoordelijkheid deelde met een ex-partner en af en toe een weekend voor haarzelf had. Aan de andere kant zie ik ook dat het bij gescheiden mensen heel vervelend kan verlopen met veel ruzies en daar hebben mijn kinderen gelukkig geen last van. Er is veel stabiliteit in ons huis en er wordt altijd met veel plezier over Karel gesproken. Maar als weduwe én alleenstaande ouder moet ik wel in mijn eentje de kost verdienen, drie kinderen opvoeden en het huis schoonhouden. Dat kan eigenlijk niet. De wc’s moeten echt schoon zijn, maar al die rommel, daar hebben we mee leren leven. Een strak huis is ook niet meer mijn prioriteit. Er zijn dingen die ik veel belangrijker vind.
Als weduwe moet ik nu ook alle beslissingen alleen nemen, maar daar heb ik geen moeite mee. Ik ben het altijd met mezelf eens. Wat dat betreft heb ik ook veel zelfvertrouwen. Wat ik wel lastig vind, is dat ik bijvoorbeeld in mijn eentje het hele eind naar Zuid-Frankrijk moet rijden als we daar met het gezin op vakantie gaan. Ik moet de kinderen ook weer veilig thuisbrengen. Dan krijg ik het de avond voor vertrek echt op mijn heupen. En ik moet als alleenstaande vrouw ook goed voor mezelf zorgen. Dat doe ik met wisselend succes.
Heeft het wegvallen van Karel invloed gehad op je sociale leven?
Absoluut! Gooi je adresboekje maar weg. Dat gebeurt bijna bij iedereen. Zelfs met mijn beste vriendin heb ik geen contact meer. Ik denk dat het komt omdat mijn leven honderdtachtig graden is gedraaid. Het paste niet meer. Ik merkte al snel dat alleen de vrouwen nog op bezoek kwamen. Hun mannen kwamen niet meer mee. Dat vond ik eerst heel erg. Karel was er niet meer, dus zijn vrienden zag ik ook niet meer. Zelf kon ik de deur bijna niet meer uit. Ik had geen geld om steeds een oppas te betalen en bovendien wilde ik de kinderen niet veel alleen laten. Dus moesten vrienden altijd naar mij komen, waar ze niet altijd zin in hadden. En misschien was er in die tijd weinig leuks aan mij te beleven, dat kan ook. Ik ontmoette wel veel nieuwe mensen. Ook andere alleenstaande ouders. Ik kreeg een heel andere vriendenkring.
Wat doe je op speciale dagen die jou aan Karel herinneren?
Dat vond ik in het begin heel moeilijk. Karel is met kerst jarig en het eerste jaar zaten we op zijn verjaardag in het vliegtuig naar Australië. Jarenlang huurde ik, samen met andere eenoudergezinnen, tijdens de feestdagen een Nivon-huisje. Mijn trouwdag vond ik eerst ook lastig. En vervelende data, zoals de dag van dat sleetjerijden, staan gewoon in je geheugen gegrift. Maar ook daar leer je mee omgaan. Op Vaderdag kiezen de kinderen zelf of ze een cadeautje maken voor opa, voor mij of voor papa. Dante maakt altijd trouw iets voor zijn vader. In het begin overheerste de ellende, maar naarmate de jaren verstrijken, gebeuren er weer veel leuke dingen en komen er weer nieuwe mijlpalen bij.
Het is nu tien jaar later. Ben je veranderd?
Ik was altijd al eigenwijs en chaotisch en dat ben ik nu nog veel erger. En ook meer stoïcijns, denk ik. Ik laat me niet gauw gek maken door iemand. En ik vind het moeilijk om opnieuw lief te hebben.
Mannen… Is daar weer plek voor in je leven?
Ik ben wel weer toe aan liefde. Al zit er natuurlijk een stuk angst voor verlies. Dat zou ik niet nog een keer kunnen verdragen. Maar om nou voor altijd alleen door het leven te gaan, vind ik ook zo kaal. Aan de andere kant bevalt het me prima in mijn eentje. Ik woon samen met drie pubers en er hangt momenteel een stabiele sfeer in huis. Dat wil ik graag zo houden.
Het gaat goed met de kinderen?
Ik bof enorm, want ze zijn kerngezond, kunnen goed leren en zien er leuk uit. Destijds heb ik gezegd: “Als ik dit van tevoren had geweten, waren ze niet gekomen.” Ik vond het zo sneu voor ze. Maar ik heb inmiddels ontdekt dat het leven ook zeer de moeite waard is voor kinderen met een overleden ouder. Natuurlijk is het jammer dat ze opgroeien zonder vader. Als ze daar verdrietig om zijn, schenk ik daar aandacht aan door erover te praten, maar daarna gaan we weer verder. Ze zijn niet zielig. En ik ben heel gelukkig met het feit dat ze er zijn.
Is het waar dat verdriet slijt?
Nee. Maar er komen zo veel nieuwe herinneringen bij, waardoor het verdriet minder prominent aanwezig is. Toch kan het op bepaalde momenten nog heel erg zeer doen. En ook zo onverwachts. Bijvoorbeeld als ik in mijn eentje op een mooie herfstdag over de hei fiets. Dat is iets waar hij zo van kon genieten. Dan vraag ik me hardop af: “Jeetje Kareltje, waar ben je nou?”
-
Karin. We hebben elkaar jaren geleden gesproken en geschreven via ouderalleen. Mooi verhaal. Herkenbare gedeeltes. Hoop dat goed met jullie gaat. Groet. Adolf.