Marits dochter ziet en weet meer: Paranormaal begaafd
Marits dochter Estelle (17) hoort dingen die anderen niet horen en weet dingen die ze niet kan weten. Toen ze nog klein was, werd er aanvankelijk gedacht aan een psychische stoornis, maar naarmate de jaren verstreken, werd het voor Marit steeds duidelijker: Estelle heeft een paranormale gave. Moeder en dochter kijken terug op de voorbije jaren.
Marit: ‘We negeerden haar ‘kinderfantasietjes’ op advies van de psycholoog’
“Vanaf haar geboorte was Estelle al een gevoelig meisje. Heel anders dan Joris, die overal doorheen sliep en vrijwel altijd een vrolijke baby was. Het viel Rob niet zo op, maar voor mij was het overduidelijk. Soms vond ik het gewoon een beetje eng. Als Estelle een moeilijke dag had, ging bij mezelf te raden en dan kwam ik altijd tot de conclusie dat ik mezelf voorbijliep of mijn emoties onderdrukte. Estelle hield me dus een spiegel voor. En toen was ze pas een paar maanden oud, kun je nagaan.
Er gebeurden meer opvallende dingen. In haar kamertje hield geen elektrisch apparaat het vol. De lampen aan het plafond knipperden vaak en de peertjes in haar nachtlampje moesten we om de haverklap vervangen. We hebben zelfs een elektricien laten komen, omdat we dachten dat er iets mis was met de elektra. Hij kon niets ontdekken. ‘Ik heb nog nooit eerder zo’n verhaal gehoord. Misschien ligt het aan uw dochter,’ grapte hij. Die man moest eens weten…
Toen Estelle twee was, ging ik weer parttime werken. Het betekende dat de kinderen twee dagen in de week naar de opvang moesten. Vanaf de allereerste dag waren de medewerkers helemaal weg van Estelle. ‘Die ogen!’ riepen ze. ‘Zo indringend. Alsof ze weet wat er in je omgaat.’ In de maanden erna vielen hen ook andere dingen op. ‘Soms kan ze minutenlang naar een hoek staren,’ zeiden ze. ‘Of ze begint spontaan te lachen. Je zou bijna denken dat ze iets ziet dat wij niet zien.’
Enerzijds was het fijn om erkenning te krijgen. Anderzijds maakte het me ongerust. Wat was er met Estelle aan de hand?
Maar Estelle groeide op tot een vrolijke kleuter. Nog steeds gevoelig, maar ze was overwegend een lichtstraaltje. ‘Wat hebben jullie haar netjes opgevoed.’ kregen we vaak van mensen te horen. Rob en ik keken elkaar dan hoofdschuddend aan. We hoefden er namelijk niets voor te doen. Estelle was simpelweg zo zoet van zichzelf. Anders dan Joris, die een echte doerak was. Die twee hielden elkaar mooi in balans. Als ze samen speelden, werd Joris rustiger en Estelle expressiever. Niemand kon haar zo aan het lachen maken als Joris. Van die momenten genoten wij als ouders het meest.”
Negeren
“Jammer genoeg bleef het niet zo onschuldig. Toen Estelle zes was werd ze angstig. Van de ene op de andere dag wilde ze niet meer in haar eigen bed slapen. Ze had het over een man met ‘donker’ rond zijn hoofd. Als je kind zoiets zegt, neem je het niet meteen heel serieus. De meeste kinderen zijn tenslotte bang voor monsters onder het bed. Ik sprak erover met vriendinnen en mijn ouders, die stelden me allemaal gerust. ‘Het is een fase, dat gaat wel weer voorbij,’ zeiden ze. Maar toen Estelle vertelde dat ze ook kleuren rond mensen zag en soms vreemde stemmen hoorde, besloten we naar de huisarts te gaan. Hij vond het zorgwekkend en verwees ons door naar een psycholoog. Een moeilijke stap, maar we wilden gewoon dat ze weer een blij, onbezorgd meisje zou worden.
De psycholoog nam Estelles problemen erg serieus. ‘Kinderen hebben een sterke fantasie,’, zei hij. ‘Velen gaan hun eigen verzinsels geloven. Voorop staat dat we het verzinsel niet moeten bevestigen. Dan wordt het geloof sterker en kan het ontaarden in een psychose.’
Van het woord psychose schrokken Rob en ik ontzettend. We namen alle adviezen ter harte. We focusten ons op ‘normaal’ zijn. Als Estelle een opmerking maakte over vreemde kleuren of stemmen, negeerden we het zo veel mogelijk. Het moeilijkste vond ik om strenger te worden over het alleen slapen. De psycholoog stond erop dat we haar niet meer in ons bed moesten nemen, omdat we anders de verzinsels als het ware zouden bevestigen. Het resultaat was een overstuur meisje dat we elke nacht terug naar haar kamer moesten sturen. Het brak mijn hart. We deden het omdat we in veronderstelling waren dat dit het beste was, maar feitelijk ontkenden we een essentieel deel van Estelle, en we ontkenden haar angst. Achterafgezien heb ik daar heel veel spijt van.”
Erkenning
“In de jaren erna ging het redelijk. Rob en ik dachten dat Estelle over haar fantasieën heen groeide, maar eigenlijk had ze geleerd om het niet meer te delen. Tot er een moment kwam dat we er niet meer omheen konden. Estelle was tien jaar en kwam van school thuis met een tekening. Het was een familieportret. ‘Dit ben jij, dit is papa en dat zijn Joris en ik,’ wees ze aan.
‘En wie is dat?’ Ik doelde op de vijfde figuur, die er meisjesachtig uitzag en naast Estelles zelfportret was afgebeeld. ‘We zijn toch maar met ons viertjes?’
‘Helemaal niet,’ zei ze.
‘Hoe kom je daarbij?’ vroeg ik niet-begrijpend.
‘Ze zegt dat ze ook in je buik heeft gezeten. Vóór mij.’
Mijn nekharen gingen recht overeind staan. Na de geboorte van Joris, had ik een miskraam gehad. De enige die dat wist was mijn moeder. Helemaal in de war belde ik haar op..
‘Mam, heb jij Estelle verteld dat ik een miskraam heb gehad?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei ze.
Ik vertelde haar over de tekening. Mijn moeder reageerde net zo verbouwereerd en emotioneel als ik. ‘Het is tijd dat je met je dochter gaat praten en goed naar haar luistert,’ zei mijn moeder. ‘Ze heeft iets heel bijzonders.’
Dat heb ik gedaan. Ik ben naast Estelle op de bank gaan zitten en we hebben uren gepraat. Voor het eerst viel het kwartje. Het wáren geen verzinsels. ’s Avonds heb ik alles met Rob besproken. We besloten het over een andere boeg te gooien en op zoek te gaan naar iemand die zich bezighield met spirituele zaken. Voor ons was dat namelijk totaal onbekend terrein. Via een kennis van mijn ouders kwamen we terecht bij Ankie, een vrouw die zelf ook gaven had en paranormale kinderen hielp. Zij veranderde alles. Want niet alleen Estelle heeft ontzettend veel van Ankie geleerd, maar wij ook. Ze hielp Estelle met zich afsluiten voor negativiteit en legde ons uit hoe we haar konden helpen ‘aarden’.
We maakten aanpassingen in haar kamer en kochten beschermende edelstenen, waardoor ze beter in balans raakte. Opvallend genoeg knipperden toen ook de lampen minder. Volgens Ankie waren dat entiteiten die Estelle opzochten en nu meer afstand hielden. Als Estelle een bijzondere ervaring had, luisterden we naar haar in plaats van het af te schuiven op fantasie.
Door de jaren zijn er best wat bijzondere dingen gebeurd. Voorspellende dromen, telepathie… Nadat mijn vader plotseling overleed bijvoorbeeld, heeft hij Estelle opgezocht om afscheid van ons te nemen. Dat was heel bijzonder. Ook voor Joris is het inmiddels de gewoonste zaak van de wereld dat Estelle deze gaven heeft. Maar makkelijk is het niet, een paranormaal kind. Vooral omdat je niet weet wat ze doormaakt. En dan heb ik het nog niet eens over de buitenwereld. Estelle zit op de middelbare school en is bang dat mensen haar raar zullen vinden. We hebben afgesproken om er buitenshuis niet over te praten. Daarom wilden we nu ook niet met foto in het blad. Pas als zij er klaar voor is om er mee naar buiten te treden, doen wij dat ook. Tot die tijd beschermen we haar zo goed als we kunnen. We willen haar de kans geven om zich te ontwikkelen zoals ze wil. Of ze later het spirituele circuit in gaat of een wetenschappelijke studie gaat doen; we vinden het allemaal goed, als ze maar gelukkig is.” e
Estelle: ‘Ik had het gevoel dat ik raar was, ik durfde er niet over te praten’
“Ik weet niet beter dan dat ik kleurtjes om mensen en dieren zie. Soms fel, soms zwak. Als kind keek ik daar dus niet van op. Net zoals ik het nooit raar heb gevonden, dat ik soms flarden van gesprekken opvang terwijl er niemand in de kamer is. Vaak gaat het nergens over, zoals een oude vrouw die zich hardop afvraagt waar ze haar bril heeft gelaten. Maar een enkele keer is het niet leuk. Dan hoor ik mensen die veel verdriet hebben of kwaad zijn. Ik heb mezelf al vroeg aangeleerd om dan iets anders te gaan doen en er bewust níet naar te luisteren. Meestal lukte dat wel, tot ik een jaar of zes was. Op een nacht werd ik wakker en toen ik mijn ogen opendeed stond er een figuur naast mijn bed. Het was een mannelijke gestalte. Ik kon zijn gezicht niet zien, maar ik kreeg er een heel negatief gevoel bij. Ik gilde het uit en toen mijn moeder binnenkwam, was hij weg. Hij is nooit meer terug geweest, maar sindsdien was ik bang. Voor hem, maar ook om nog een keer zoiets mee te maken. Ik ging veel meer letten op de minder leuke dingen die ik doorkreeg. Zo herinner ik me dat we met een groepje kinderen in de speeltuin aan het spelen waren. Ineens zag ik in gedachten voor me dat een van de jongens van het klimrek viel. Zijn hele hoofd zat onder het bloed. Ik schrok zo van dat beeld dat ik in paniek naar huis ben gegaan zonder iets te zeggen. De volgende dag was de jongen niet op school. ‘Tom is gisteren van het klimrek gevallen,’ vertelde de juf in de klas. ‘Hij heeft een hersenschudding.’
Ik was helemaal ontdaan. Had ik maar iets gezegd! Vanaf dat moment ben ik meer over mijn waarnemingen gaan praten, maar daardoor gingen mijn ouders zich zorgen maken. Ik moest mee naar de psycholoog. Hoe de gesprekken daar verliepen weet ik niet meer, maar ik herinner me wel dat daarna alles veranderde. Dat mijn ouders een stuk strenger werden, wat ik totaal niet gewend was. Vooral de nachten waren vreselijk. Het voelde als een straf om in mijn eigen bed te moeten slapen. Ik was zo bang! Nu realiseer ik me dat mijn ouders het beste met me voorhadden, maar destijds maakte het me heel verdrietig en eenzaam. Ik had het gevoel dat ik raar was. Daarom durfde ik er ook niet over te praten met vriendjes en vriendinnetjes. Zelfs niet met Joris, die mijn beste vriend was. Ik werd in die tijd een heel timide kind.”
Veilig
“Ik heb altijd geweten dat ik een oudere zus heb, ook al is ze nooit geboren. Ze is net zo vanzelfsprekend als Joris. Wanneer we met ons vieren zijn is ze er gewoon. Ik zie dan een lichte, liefelijke gestalte. Toen we in groep zeven de opdracht kregen om onze familie te tekenen was het dus heel logisch om haar ook vorm te geven. Ik dacht er niet eens over na. De juffrouw keek wel even raar op. ‘Ik dacht dat je alleen een broer hebt,’ zei ze.
‘Nee hoor, zij hoort er ook bij.’
Door de drukte van de klas besteedde ze er verder geen aandacht aan. Maar mijn moeder wel. Toen ze de tekening zag probeerde ze niets te laten merken, maar ik voelde haar emoties in mijn eigen lichaam. Ze stond op om oma te bellen en even later kwam ze weer de woonkamer binnen.
‘Lieverd, ik moet iets kwijt,’, zei ze aangeslagen. ‘Vlak nadat Joris was geboren heb ik een miskraam gehad. Wist je daarvan?’
‘Wat is een miskraam?’ vroeg ik.
De tranen sprongen in haar ogen. Ze legde uit dat ze zwanger was geweest, maar dat het kindje afgestoten werd door haar lichaam.
‘Dat wist ik niet,’ zei ik.
‘Maar je wist blijkbaar wel dat je een oudere zus had moeten hebben.’
‘Dat ik een zus héb,’ verbeterde ik haar. ‘Ze is alleen niet hier op aarde.’
‘Waar is ze dan wel? En hoe kan jij haar dan zien?’
Op dat moment raakte ik een beetje verward. Het was voor het eerst dat mijn moeder verder vroeg naar de dingen die ik doorkreeg. Ze kwam naast me zitten en ik ben voorzichtig gaan vertellen. Niet alleen over mijn ongeboren zus, maar ook over de andere dingen die ik zag en hoorde. Mijn moeder luisterde naar me, zonder te oordelen. Dat voelde zo goed! Ik zag letterlijk iets bij haar gebeuren. De kleur rond mijn moeder werd lichter en feller, alsof ze meer open ging staan. Daardoor wist ik dat het veilig was om mezelf te uiten. Het was dus niet alleen voor mij een heel betekenisvol moment, maar zeker ook voor haar.”
Hulp
“Niet veel later namen mijn ouders me mee naar Ankie. Toen ik haar ontmoette, voelde ik veel warmte. Het leek wel alsof ze een haardkachel was die de hele ruimte deed oplichten. Ze wist precies wat ik doormaakte en ze kon uitleggen hoe het allemaal in elkaar stak. Ook gaf ze me veel advies.
‘Het belangrijkste om te weten is dat jij de baas bent,’ zei ze. ‘Je bent de baas over je lijf, je geest, je leven, je persoonlijke ruimte. Wie of wat jou ook opzoekt, jíj besluit of je dat toelaat.’
Als er iets naar me toekwam waar ik bang voor was, moest ik het wegsturen. Dat kon door stevig met mijn voeten op de grond te gaan staan en hardop te zeggen: ‘Ga naar het licht.’
‘Als een verdrietige of boze entiteit je opzoekt, bedoelen ze het vaak niet slecht, maar zijn ze gewoon de weg kwijt,’ legde Ankie uit. ‘Je helpt ze door ze naar het licht te sturen.’
Ook leerde ik mezelf beter afsluiten, zodat ik niet constant stemmen hoorde en overal kleuren zag. Het maakte me sterker en zelfverzekerder. Ik heb Ankie in die periode vaak gezien en we hebben nog steeds contact. Ik zie haar als een soort spirituele moeder.
In het dagelijks leven probeer ik niet veel bezig te zijn met spiritualiteit. Ik wil gewoon van het leven genieten en jong zijn, net zoals mijn vriendinnen. Daarom weten maar heel weinig mensen dat ik een paranormale gave heb. Misschien dat ik er later meer mee ga doen, want ik heb dit waarschijnlijk niet voor niets gekregen. Anderzijds geloof ik ook dat we er allemaal mee worden geboren, maar dat de meeste mensen zich ervoor afsluiten als ze ouder worden. Eigenlijk is het helemaal niet raar, en zo voel ik me gelukkig ook niet meer. Dat heb ik echt aan mijn familie te danken. Tegen alle ouders met een paranormaal kind zou ik willen zeggen: luister goed, zonder te oordelen. Straf het niet af. Alleen dan creëer je een warme omgeving waarin je kind zich veilig voelt en zichzelf mag zijn. En dat is
het allerbelangrijkste, voor iedereen die opgroeit. Paranormaal of niet.”
Tekst: Sofie Rozendaal
-
Ik weet niet zo goed hoe ik deze mail moet openen, er zijn zo verschrikkelijk veel emoties die er door mij heen razen als ik dit interview lees. Zelf ben ik ook geboren met paranormale gaves zoals Estelle. Vanaf het moment dat ik kon praten vertelde ik mijn vader over de mensen die ik zag die het al snel weg wuifde en het raar vond. Ik leerde mijn mond te houden, het binnen te houden en het vooral niet te delen, ik was raar en anders. Ik kon niet mezelf zijn en ik was bang niet geaccepteerd te worden door andere kinderen en volwassenen. In het interview wordt er duidelijk dat Estelle het niet met de buitenwereld wil delen en bang is voor de mening van de mensen om haar heen, dat ze raar gevonden wordt. De tranen goten over mijn wangen toen ik dat las. Ik voel de last en pijn die iedere dag gedragen wordt, ik ben anders en dit moet ik verbergen, ik kan het alleen thuis delen. Ondertussen is het voor mijzelf en mijn omgeving en iedereen die ik ontmoet de normaalste zaak van de wereld dat ik zo ben. Ik ben wie ik ben, daar draai ik niet omheen. Als ik Estelle verhaal lees gun ik haar het bevrijdende gevoel. Dat ze haar ware zelf niet meer verborgen hoeft te houden. Wat voor mij toen ik tiener was een trigger was was de Disney film Frozen waarin de oudste zus haar magische krachten verbergt tot ze er iets gebeurt waardoor ze ontploft. Daardoor werd ze gezien als het monster. Ze vlucht, will zich volledig afsluiten van de wereld en is alleen, maar kan wel zichzelf zijn. Uiteindelijk besluit ze haar ware zelf niet meer te verstoppen voor andere als ze merkt dat ze er ook goed mee kan doen. Ze ziet in dat ze niet een monster is dat ze bijzonder is en ziet haar eigen potentie en kracht. Ze is vrij. De mensen die het niet (willen) begrijpen blijven haar raar vinden. Ze kent nu haar ware zelf, ziet haar eigen potentie en weet wie ze is dat kan niemand haar afpakken. Het is moeilijk om te lezen dat Estelle leert zich af te sluiten en normaal wil zijn. Ik begrijp ook heel goed waarom (ik had hetzelfde tot de bom ontplofte). Ik wilde me ook niet een buitenbeentje voelen, eenzaam zijn en raar gevonden worden. Het afsluiten gaat (uit ervaring) in de toekomst voor problemen zorgen. Ik ben blij voor haar, dat het haar nu helpt met zich "normmal" voelen, maar ik gun haar om te zijn zoals ze geboren is. Als er een mogelijkheid is om met haar en/of haar ouders in contact te komen mits ze dat zelf ook zouden willen, hoor ik dat graag. Met veel liefs, Caricia van der Weijden 22 jaar *08-11-22