Gebruik je stem!
De recente gebeurtenissen rondom The Voice maken veel los. Seksueel grensoverschrijdend gedrag is helaas een wijdverbreid probleem, waarmee vrouwen in alle lagen van de samenleving te maken hebben. Het is lastig om erover te praten, maar veel vrouwen gebruiken hun stem nu wél. Zoals Karin Bloemen zei: ‘Als je niet praat, dan bescherm je de dader. Als je wel praat, bescherm je jezelf.’ Zeven vrouwen delen hun persoonlijke verhaal met ons.
Sonja (50):
‘Ik bleef achter met een gevoel van walging’
“Meerdere malen is het mij gebeurd dat mannen over mijn grenzen zijn gegaan. Op straat heb ik het tot twee keer toe meegemaakt dat ik gezellig met iemand stond te praten en ineens op mijn mond gezoend werd. Mét tong. En in een overvolle tram – ik zat, hij stond achter me – was er eens een man die zich op mijn schouder wist klaar te wrijven. Ik leerde later dat er zelfs een naam bestaat voor dat soort types: frotteur. Nooit geweten, en ik had het liever niet geweten ook.
Door alle ervaringen die ik door de jaren heen met mannen heb gehad, ben ik voorzichtiger geworden. Harder ook. Wat mot je? zegt mijn blik, wanneer een onbekende man mij op straat aanspreekt. In die zin ben ik erdoor gevormd, al heb ik er geen trauma’s aan overgehouden. Voor mijn gevoel deed ik er alles aan om ongewenst gedrag van mannen te voorkomen. Daarom was ik ook stomverbaasd toen ik een vriend op bezoek had, die me bij het afscheid plots zoende. Eerst gewoon op de mond, maar toen ik hem niet meteen wegduwde – ik was zo verbaasd dat ik verstijfde – dook hij vol op me. Hij stak zijn tong in mijn mond en greep me bij mijn billen en borsten. In plaats van dat ik hem een grote mond gaf, stond ik een beetje te schutteren en zei ik zoiets als: ‘Ik weet niet of ik dit wel wil, hoor. Ik wil ook helemaal geen relatie of zo.’ Waarop hij zei: ‘Maar dat hoeft ook helemaal niet.’ Hij gluurde nog wat naar me en bám, hij deed het weer!
Er schoot van alles door me heen op dat moment. Mijn eerste gedachte was: ik moet hem de deur uit zien te werken. Ik wilde hem vooral niet boos maken, want wie weet wat hij dan zou doen. Het lukte me om hem weg te krijgen, maar ik bleef achter met een gevoel van walging. Ik vroeg me ook af wat hem bezield had.
Omdat ik heel open ben en heel veel deel met mijn volgers, deelde ik mijn verontwaardiging over die gebeurtenis op Facebook. Het viel me op dat er heel veel mensen waren die ‘wel wisten wat ze met hem zouden hebben gedaan’. Van mezelf had ik ook gedacht dat ik hem hard voor zijn kloten geschopt zou hebben, maar toch was het anders gelopen. Het had me overrompeld en ik was verstijfd en in de overlevingsstand geschoten.
Later heb ik hem er nog wel op aangesproken in een chatbericht. Hij gaf toe dat het niet oké was geweest. Daar is het bij gebleven, want later heeft hij me geblokkeerd.
Toch ben ik blij dat ik me erover heb uitgesproken, ook in het openbaar. Het is tijd dat we laten weten dat dit soort dingen niet normaal is. Want kom op zeg, als je een vrouw leuk vindt, verras haar dan gewoon met een bos bloemen en steek niet meteen je tong in haar mond!”
Tess (50):
‘Hij zal niet eens in de gaten hebben gehad dat het hier eigenlijk om een verkrachting ging’
“Als pubermeisje was ik in de stad te vinden, waar veel jongeren rondhingen. Een van de populairste jongens liet op een dag zijn blik op mij vallen en zei: ‘Hey, kom jij met me mee?’ Ik? Bedoelde hij mij? Ik voelde me gevleid en liet me meenemen naar een hofje, waar hij me begon te zoenen. Omdat hij zo populair was, vond ik dat wel leuk, maar er schoot wel meteen door mijn hoofd: wil ik dit wel? Toch leek het alsof ik niets kón doen, alsof ik niet meer kon handelen. Hij duwde me op een muurtje en trok mijn kleding uit, ik liet het gebeuren. Terwijl hij me zoende, probeerde hij bij me naar binnen te komen. Niet één keer vroeg hij of ik het wel fijn vond, ook vroeg hij niet of ik het wel wilde. Hij kreeg het niet voor elkaar, ik was te verkrampt. ‘Het lukt niet,’ zei hij. Hij deed zijn broek weer dicht en vertrok, zonder nog iets te zeggen. Ik voelde me rot over wat er was gebeurd en eenmaal thuis wilde ik alles van me af wassen, ik voelde me vies.
Een paar weken later was ik weer met een vriendin in de stad. Ik vond het best eng, maar wilde me niet laten tegenhouden door mijn angst. Bij de hangplek stond een grote groep jongens. Plots rende een van hen naar me toe. Hij had een ei in zijn handen, dat hij op mijn hoofd kapotsloeg. Er kwam er nog een, en nog een, en allemaal hadden ze een ei bij zich, dat ze op mijn hoofd kapotsloegen. ‘Hoer,’ hoorde ik een van hen zeggen. Ik ben weggerend, bij een kapsalon vluchtte ik naar binnen. Overal in mijn lange haren zat ei. Ik kreeg een handdoek om me een beetje toonbaar te maken. Eenmaal thuis was ik blij dat mijn moeder er niet was, anders had ik het haar moeten vertellen. Dat wilde ik niet, ze had al genoeg aan haar hoofd. Toen mijn moeder thuiskwam, had ik mijn haren al gewassen en leek het net alsof er niets was gebeurd.
De eerste gebeurtenis heeft niet zozeer heel veel littekens achtergelaten. Ik ben die jongen een jaar of tien later nog eens tegengekomen en door de manier waarop hij me begroette, zo vriendelijk en vrolijk, vermoed ik dat hij heel anders op die ervaring terugkijkt dan ik. Hij zal niet eens in de gaten hebben gehad dat het om verkrachting ging. Het voorval met de eieren vond ik veel erger. Dat ik door die jongens werd bestempeld als ‘hoer’, alleen omdat ik met hun vriend was meegegaan.
Het heeft gevolgen gehad voor mijn hele leven, onder andere voor de manier waarop ik in relaties sta. Ik was in de veronderstelling dat seks voor vrouwen iets is waar je geen gevoel bij hoeft te hebben, tót ik verliefd werd en merkte dat het ook anders kon. Maar toen had mijn vertrouwen in mannen al de nodige deuken opgelopen. Op mijn dertigste ben ik erover gaan praten met een therapeut en ontdekte ik hoeveel impact de gebeurtenissen van toen hebben gehad. Ik ben positief en zie graag het mooie van het leven in, maar dit heeft mij zeker beschadigd, ik draag nog altijd met me mee.”
Diana (69):
‘Vanaf dat moment was ik altijd op mijn hoede’
“In het verzorgingshuis waar ik werkte, heerste een vriendschappelijke sfeer. Er werden grapjes gemaakt en soms werd er geknuffeld. Zo ook bij meneer Pieters, die niet meer zelfstandig kon lopen, maar nog behoorlijk pienter was. Op een dag zat ik bij hem aan tafel zijn medicijnen te sorteren, toen hij plots zijn hand op mijn borst legde en erin kneep. Ik sloeg zijn hand weg en gegeneerd ging ik door met waar ik mee bezig was, zonder iets te zeggen. Hij zei ook niets. Toen ik die dag vertrok, deed ik dat zonder grapjes te maken. Het was mijn eigen schuld, vond ik,
ik had niet zo amicaal moeten doen. Toch zat het me niet helemaal lekker, dus vertelde ik het aan een collega. Zij haalde haar schouders op en zei: ‘Ach, als jij het oké vond, dan is het prima, toch?’
Maar dat was het punt, ik vond het niet oké! Uiteindelijk ben ik naar de leidinggevende gegaan om er melding van te maken. Ik vertelde hem dat hij er niets mee hoefde te doen, maar dat ik wel wilde dat hij het wist. Of hij meneer Pieters erop aangesproken heeft, weet ik niet, maar de verstandhouding tussen mij en meneer Pieters was voorgoed veranderd. Ook mijn houding ten opzichte van andere mannelijke cliënten veranderde. Ik was vanaf dat moment altijd op mijn hoede. Jammer, maar ik hoop dat het de moeite waard is geweest voor meneer Pieters.”
Renata (55):
‘Ik heb nog steeds moeite met het aangeven van mijn grenzen’
“Meneer pastoor was vroeger vaak bij ons. Hij zoende me bij binnenkomst en bij het afscheid en zocht daarbij altijd mijn mond op. Als hij de kans kreeg, gebruikte hij zijn tong. Ik vond dat vreselijk en vertelde het aan mijn moeder. Die wuifde het weg. ‘Ach, die man mag geen vrouw, til er maar niet te zwaar aan.’ Er was ook een vriend van mijn ouders die dingen deed die niet hoorden. Bij het voorlezen wilde hij dat ik op schoot kwam zitten. Zijn hand verdween dan onder mijn rokje. Ook dat werd vergoelijkt: ‘Hij bedoelt het niet zo.’
Ik leerde op deze manier dat het van groot belang was om bestaande relaties intact te houden, zelfs wanneer er dingen gebeurden die niet prettig voelden. Zo kon het gebeuren dat ik ook de rijinstructeur niet terechtwees, die elke les weer wilde checken of mijn gordel wel goed zat en daarbij mijn borsten ‘per ongeluk’ aanraakte. En dat ik als zestienjarige daadwerkelijk werd verkracht door mijn toenmalige werkgever. Ik werkte in een shoarmatent en met de eigenaar had ik een goede band. Er werden weleens dubbelzinnige grapjes gemaakt, maar daar haalde ik mijn schouders over op. Op een dag wilde hij meer en ik bevroor. Na die gebeurtenis heb ik er nog een week gewerkt, toen ben ik vertrokken. Dat het strafbaar was, wat hij had gedaan en dat ik iets had kunnen ondernemen, kwam destijds niet in me op. Ik had immers niets gedaan om hem tegen te houden. Met niemand sprak ik erover. Pas een jaar of tien daarna vertelde ik het aan mijn ouders. Die reageerden lauwtjes. Het was al zo lang geleden, had ik daar dan nog steeds last van?
Ik heb nog steeds moeite met het aangeven van mijn grenzen. Dat geldt voor veel meer vrouwen, weet ik inmiddels. Maar zelfs wanneer grenzen wél worden aangegeven, is het blijkbaar lastig voor de andere partij om die te respecteren. Want hoe vaak hoor je niet dat er vervolgens toch wordt aangedrongen, of dat een ‘nee’ voor het gemak niet wordt gehoord? Het is goed dat er nu over wordt gesproken, zo moeilijk hoeft het namelijk niet te zijn. Hoeveel moeite is het om af en toe eens bij de ander te checken of het wel oké is wat je doet? Tegen iedereen wil ik zeggen: probeer je bewust te worden van je eigen grenzen en die van een ander. Als je denkt dat een ander je misschien wat ver vindt gaan, vraag dan even of het oké is. Zo blijft het voor iedereen leuk!”
Celeste (35):
‘Ik hield mijn mond om het niet erger te maken’
“Ik zat ooit in een relatie waarbij er sprake was van huiselijk geweld. Ook in de slaapkamer ging het mis. Soms kwam hij ’s avonds naast me liggen en dan drong hij aan op seks. Het maakte hem dan niet uit als ik zei dat ik er geen zin in had, ook kon het hem niets schelen als hij me pijn deed. Hij deed gewoon wat hij wilde. Soms dacht ik: even doorbijten, dan hebben we het weer gehad. Ergens vond ik ook dat het erbij hoorde, ik was immers zijn vrouw. Ik heb het hem weleens gevraagd: ‘Geniet je hier nu van, om het met me te doen terwijl ik niet wil?’ Maar daar heb ik nooit antwoord op gekregen. Zelf denk ik dat hij het deed, omdat hij voelde dat hij zijn grip op mij aan het kwijtraken was. Op deze manier kon hij zijn macht laten gelden. Het was vreselijk.
Door wat er de laatste tijd is gebeurd rondom The Voice, komt er van alles naar boven. Ik weet hoe die meiden zich voelen, ze zijn nog zo jong! En het is ontzettend moeilijk om je uit te spreken, ik weet hoe het is. De politie is bijvoorbeeld meerdere keren bij mij thuis geweest, maar ik kreeg het advies om geen aangifte te doen. Dat zou de situatie alleen maar erger maken, werd er gezegd. Dus hou je je mond maar, om de boel niet erger te maken. Ik denk dat er meer vrouwen zijn die om die reden niet praten over wat hun is overkomen. Ik heb zelf jonge dochters en hoop zo dat dit soort ervaringen hun bespaard zal blijven. Daarom praten we er nu met onze kinderen over, met de jongens en de meiden, zodat ze leren wat wel kan en wat niet.”
Lotte (33):
‘Het voelde alsof het mijn eigen schuld was’
“Ik ben opgegroeid in een streng gereformeerde omgeving, waar nauwelijks over seks werd gesproken. Dus toen ik op mijn veertiende een vriendje kreeg dat meer wilde, had ik geen idee. Als ik bij zijn zus bleef slapen, nodigde hij me altijd uit op zijn slaapkamer. Op een avond liet ik me overhalen en wilde hij seks. Het was een afschuwelijke ervaring. Daarna wilde ik niets meer met hem te maken hebben en ik maakte het uit. Daar was hij het echter niet mee eens en hij begon me brieven te sturen, waarin hij schreef dat het niets uitmaakte dat ik niet meer wilde, want volgens God was ik nu van hem. We hadden immers seks gehad. Nadat mijn ouders een brief van hem hadden onderschept, hebben ze ervoor gezorgd dat hij geen contact meer met me opnam. Ik heb hem nooit meer gezien en er is bij mij thuis verder ook nooit meer over gesproken.
Maar het had wel gevolgen. Ik kreeg depressieve gevoelens, vond mijn leven niets meer waard. Volgens God kon ik geen gezin meer stichten, dus waarom was ik hier nog? Toen ik op mijn zeventiende op kamers ging, kreeg ik steeds meer problemen. Ik kwam terecht bij een centrum waar verschillende therapeuten werkzaam waren. Ik kreeg contact met een van hen, een man. Na een tijdje vond hij dat we ook actief aan de slag moesten gaan met het thema ‘grenzen aangeven’. Dat was namelijk het probleem, vond hij. Dus elke keer als ik er kwam, ging hij een stapje verder en moest ik ‘stop’ zeggen als ik vond dat hij over mijn grenzen ging. Dan botste hij bijvoorbeeld tegen me aan of raakte hij me aan. Zijn hand belandde daarbij ook op mijn borsten of tussen mijn benen. Ik voelde me er naar onder, maar tegelijkertijd gaf hij me het gevoel dat ik het nodig had. Want als ik niet kon aangeven dat hij zijn hand daar niet mocht leggen, moest ik meer oefenen. Het was een rare spagaat waar ik in zat, een soort mindfuck.
Het was een opluchting toen ik op een dag een telefoontje kreeg van het centrum, waarin me werd medegedeeld dat de betreffende therapeut per direct was ontslagen. De vrouw aan de lijn vertelde niet waaróm, maar vroeg wel of ik ergens melding van wilde maken. ‘Nee hoor,’ zei ik. Ik vond dat ik niets mocht zeggen over wat er was gebeurd, ik was er immers zelf elke keer weer naartoe gegaan. Het voelde alsof het mijn eigen schuld was, al wist ik vanbinnen wel dat dat niet waar was.
Ik zit er nog steeds mee, ook met het feit dat ik mijn mond niet heb opengetrokken, toen het me werd gevraagd. Zelfs toen was de drempel voor mij te hoog. Onlangs heb ik op internet nog gezocht naar de man, maar ik heb hem niet gevonden. Wat zou ik graag naar hem toe gaan en hem confronteren met wat hij heeft gedaan. Ik zou hem willen laten weten wat hij met zijn gedrag heeft aangericht. Ik zou in zíjn hoofd willen gaan zitten, net zoals hij in mijn hoofd zat.”
Maria (41):
‘Die stomme grappen doen meer met me dan ik dacht’
“Ik geef groepslessen in een sportschool en daar kom ik in mijn pauzes Vince vaak tegen, een collega. Hij werkt fulltime, ik parttime, en daarnaast is hij dikke vriendjes met de baas. Nou, dan weet je wel hoe de verhoudingen liggen. We hebben tegelijkertijd pauze en vaak als ik me sta op te frissen bij de wasbakken in de toiletruimte, duikt hij ook op. Het gebeurt dan regelmatig dat hij schunnige grapjes maakt. Dan maakt hij bijvoorbeeld suggestieve bewegingen met zijn heupen en draait hij aan de touwtjes van zijn trainingsbroek, terwijl hij zegt dat hij ‘er klaar voor is’. Dan kijk ik automatisch naar het deel waar hij de nadruk op legt, zijn kruis. Ook al wil ik dat niet, je kíjkt gewoon. Onlangs trok hij zelfs zijn broek wat open. Hij liet niet alles zien, maar bood me wel een duidelijk kijkje op zijn lid. Ik stond perplex en wist niet wat ik moest zeggen. Ik dook snel het toilethok in en deed de deur dicht. Pas toen kwamen er allemaal dingen in me op die ik had kunnen zeggen, maar het moment was alweer voorbij.
Ik was van plan om deze ervaringen te vergeten, maar de beelden staan op mijn netvlies gebrand. Door alles wat er nu gebeurt rondom The Voice en door alle mensen die zich erover uitspreken, realiseer ik me dat deze stomme grappen van hem meer met me doen dan ik dacht. Ik probeer hem al een tijdje te ontlopen, met wisselend succes. Als het weer gebeurt, laat ik hem weten dat ik er niet van gediend ben en dat hij moet stoppen. Want dit is niet oké!”
Tekst: Jet Hoogerwaard – Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd.