Brigitte kan niet aarden in de grote stad
Brigitte (29) heeft altijd in een dorp gewoond, maar is afgelopen zomer met haar vriend Juan (31) verhuisd naar een appartement in de stad. Daar voelt ze zich echter steeds minder thuis en ze verlangt terug naar de plek waar ze is opgegroeid. Geeft ze toe aan haar heimwee of moet ze gewoon nog even doorzetten?
“Regelmatig stap ik in mijn autootje en rijd ik terug naar mijn geboortedorp. Naar het huis van mijn moeder bijvoorbeeld, of naar mijn favoriete lunchtentje met uitzicht op de polder. Een klein kwartiertje rijden is het. Bij het uitstappen ruik ik de frisse buitenlucht, hoor ik de vogeltjes fluiten en de trekkers ronken in de verte. Soms stop ik bij mijn oude huisje, dat in een buitenwijk staat die is vastgebouwd aan de dorpskern. Een wijk waar iedereen elkaar kent, maar waar niet veel gebeurt. Heerlijk vind ik dat.
Mijn vriend Juan is anders. Hij is opgegroeid in de grote stad en houdt van bedrijvigheid om zich heen. Een jaar lang hebben we samengewoond in het dorp, maar dat vond Juan veel te saai. Dus toen hij een nieuwe baan kon krijgen in de stad, was dat het moment om het dorp vaarwel te zeggen. Al snel hadden we een appartement gevonden, op een pittoreske locatie aan een haventje. Ik moest afscheid nemen van mijn tuin, maar het balkon met uitzicht op de kade met gezellige eettentjes maakte veel goed, vond ik.
Veel geld om uit te geven aan de inrichting en decoratie was er niet, dus uiteindelijk trokken we met de meubels die we hadden in het appartement, dat ook niet helemaal naar mijn zin was geverfd en behangen. Maar ondanks dat hadden we er zin in. Er brak een nieuwe tijd aan!
Opgesloten
Het was enorm wennen voor ons allebei. Er was veel meer bedrijvigheid om ons heen, dus ook meer herrie. Het duurde wel even voordat ik ’s nachts niet meer wakker werd van de geluiden op straat. Vooral in het weekend, als de cafés aan de kade goedgevuld zijn, kan het nog weleens lawaaiig zijn. ‘Wennen we vanzelf aan,’ zeiden we in het begin tegen elkaar, en dat klopte ook wel. Ik slaap tegenwoordig prima door.
Het was augustus toen we er kwamen wonen en er waren allerlei leuke activiteiten in de buurt. Eerst een foodtruckfestival en de week erop een muziekevenement. Ook was er elke week een leuke brocante markt. Door dit alles had ik in het begin het gevoel dat ik op vakantie was. Maar na een tijdje verdween dat gevoel en begon ik steeds meer te beseffen dat het voor altijd zou zijn. Ik woonde er en dat vond ik een rare gedachte.
Naarmate de dagen korter werden, genoot ik steeds minder van onze nieuwe plek. Ik begon mijn tuin te missen, groen om me heen. Als ik op ons balkonnetje sta, ruik ik uitlaatgassen in plaats van frisse buitenlucht, en eventuele vogeltjes worden overstemd door het verkeer. Toen we nog in het dorp woonden, maakten we vaak een lange wandeling of fietstocht door de natuur. Hier doen we dat niet meer, de omgeving leent zich er niet echt voor.
We gaan vaker uit, dat wel. Naar het theater, de bioscoop, of gewoon naar de kroeg aan de overkant. Maar dat kan ook niet heel vaak, want uitgaan kost geld en daar zwemmen we niet in. Daarom zijn we ook vaak thuis. En daar ligt ook een probleem: ik vind ons huis gewoon niet gezellig. Het is te kil, te leeg en ik voel me opgesloten. Als ik de voordeur uit stap, sta ik in een betonnen trappenhuis. Waar ik snel weg wil, want ik ben altijd doodsbenauwd dat de buurman tegelijk met mij naar buiten komt. We hebben de pech dat we naast de grootste griezel van het appartementencomplex wonen en ik kom hem niet graag tegen.
Sociale contacten
Ik voel me dus niet zo fijn op ons nieuwe plekje en mis ons oude leven steeds meer. Ik zie Juan echter vooral genieten van al het leven om hem heen. Hij heeft al vrienden gemaakt in het complex. Met die twee mannen gaat hij wekelijks squashen en soms ook een drankje doen. Ik zit dan alleen thuis en dan voel ik me nog eenzamer.
Ik weet niet wat ik moet doen met mijn gevoelens van heimwee. Mijn moeder en mijn zus zeggen allebei dat ik het nog wat meer tijd moet geven. Dat ik hier ook wat nieuwe vrienden moet maken, net als Juan. Maar zo makkelijk is dat natuurlijk niet. Ik werk vlak bij het dorp, daar heb ik mijn collega’s en mijn sociale contacten. Ook daarom rijd ik regelmatig terug naar waar ik vandaan kom. En dan voel ik: dit is mijn thuis!
Het liefst zou ik per direct weer teruggaan. Aan de andere kant vind ik ook dat ik niet te snel moet opgeven. Ik zou me dolgraag thuis willen voelen op de plek waar we nu wonen, en waar Juan het zo naar zijn zin heeft, maar gaat me dat ooit lukken? Hoe maak ik dit tot mijn thuis? Geef ik toe aan mijn heimwee, of moet ik ertegen vechten?”
-
Je begint met: “Regelmatig stap ik in mijn autootje en rijd ik terug naar mijn geboortedorp. Naar het huis van mijn moeder bijvoorbeeld, of naar mijn favoriete lunchtentje met uitzicht op de polder. Een klein kwartiertje rijden is het. Een klein kwartiertje rijden!! Daar is eigenlijk alles mee gezegd, wat een dramaqueen... wat let je om een klein kwartiertje te rijden en even bij je vrienden langs te gaan in dat dorp als je vriend wel iets leuks gaat doen. Heb je eigenlijk wel vrienden in dat dorp daar zeg je geen woord over alleen je moeder en zus. Waarom blijven mokken over de kleur van het behang of de verf of je buurman waarvan je trouwens niet kan benoemen waarom hij zo eng is. Wie weet zegt hij over jou gewoon de waarheid: een verwend nest dat overal haar neus voor ophaalt. Hebben ze de grootste lol om jou op stang te jagen en lacht je vriend stiekem met ze mee.. Serieus, als je nou van Middelburg naar Amsterdam centrum was verhuisd had ik je helemaal begrepen, andersom ook trouwens. Maar dit is zeuren om het zeuren. Doe niet zo verwend en wees blij dat je niet jarenlang antikraak hebt moeten wonen maar kennelijk in no-time een huis op een toplocatie kon krijgen. Zelf ben ik ook in een dorp opgegroeid en op mijn 18e in één van de grote steden gaan wonen. Oordopjes doen wonderen als je 's nachts niet kan slapen die gebruik ik dan ook elke nacht. In het dorp vroeger tegen de krijsende hanen om 4 uur 's nachts, de krolse katten die nooit een dierenarts zien enz. Veel mensen zijn diep teleurgesteld als ze verhuizen naar een dorp omdat dan pas blijkt dat je de hele dag in de stank zit van de veeteelt. De herrie, de onmogelijke tijden dat mensen aan het werk zijn met de radio op tien. Kijk maar eens naar de rijdende rechter daar wilde iemand een bedrijf laten sluiten want vanwege de ammoniakstank uit de kippenschuur 200 meter verderop konden ze niet lekker in de tuin zitten! Om te brullen van het lachen, het stinkt er net zo hard als in de stad om maar even iets van tafel te vegen met je frisse lucht. Enig idee waarom boeren regelmatig gaan protesteren? Verdiep je daar eens in. Vraag jezelf tot slot eens af waarom NIEMAND ooit de moeite neemt om een klein kwartiertje te rijden om even bij JOU langs te gaan, al dan niet als je vriend wel leuke dingen gaat doen met de nieuwe buren. Hoe dat kan is me ook een raadsel; jou nodigen ze niet uit? Doe eens gek en nodig ze bij jullie thuis uit of ga eens mee op stap. En vraag je eens af waarom ook je moeder en zus geen zin hebben om bij jou langs te gaan ondanks alle leuke dingen die er te doen zijn. Zie je niet dat jij achter hun aanloopt en hen jou juist op het hart drukken vooral weg te blijven? Klinkt niet alsof ze jou missen al met al. Wie weet denkt je Juan nu wel: ik had haar nooit mee moeten nemen hiernaartoe, niets is zo onaantrekkelijk als een zure chronisch ontevreden vrouw in huis. Straks zit je weer in je dorp van een tuin te genieten, jouw eigen tuin. In je eentje, wel lekker rustig! Vast niet wat je wil horen maar ik erger me kapot dat iemand een huis bezet houdt waar anderen een moord voor zouden plegen en nog wat: als ik naar een vriendin ga, 3 km verderop en toch in dezelfde stad ben ik min. 3 kwartier onderweg met de bus. Met de auto of fiets een kwartier, twintig minuten. Hebben we gewoon voor elkaar over. Valt het kwartje? -
Heimwee is een vervelend iets...als kind had ik grote moeite met andere omgevingen en wilde ik altijd zo snel mogelijk naar huis, zelfs als ik logeerde bij een buurmeisje 2 huizen verderop. Op vakantie zijn wij ook al eens eerder naar huis gegaan omdat ik ziek was van de heimwee en ook mijn man vond het op die plek niet fijn. Heeft niets met verwendheid te maken zoals Katrien beweerd. Je zou eens met je vriend kunnen praten over waarom je je niet happy meer voelt op de huidige plek. Misschien is verhuizen naar je geboortedorp een optie. Stappen/uitgaan kan ook van daar uit. 2 vliegen in 1 klap. Jij in je geliefde plaats wonen en stappen in de stad. Waarom niet? Misschien went jou vriend eerder aan de situatie als jij nu op dit moment. Je gelukkig voelen gaat boven alles. succes! -
Beste Brigitte, hoewel ik de reactie van Katrien iets te heftig vind, sluit ik me wel aan bij haar. Ik val bijna achterover. Misschien is er sprake van een misverstand, maar we hebben we het hier echt over een klein kwartiertje? Zoals binnen 12 minuten sta je terug in je dorp? Je geeft aan dat je niet vaak meer de natuur ingaat met je vriend, omdat de omgeving zich er niet voor leent? Maar op een klein kwartiertje toch wel? Als de heimwee zo groot is, zou ik, vanwege het kleine kwartiertje, wat vaker bij je moeder/zus gaan slapen. Dit deed ik ook toen ik in de stad woonde en ons dorp miste. De afstand was toen 1 uur. En over een paar jaar kun je altijd nog beslissen terug te gaan. Dat heb ik na 8 jaar gedaan. Succes! -
Mijn man en ik hebben een hekel aan de stad dus wonen wij in een dorpje. Mij man heeft ongeveer 4 jaar over gedaan om te wennen aan de rust ookal vond hij de stad niks. Ik denk altijd iemand is een dorpsmens of een stadsmens en daar verander je niks aan. Je bent nu nog jong en ik zou als ik jou was proberen daar eerst het beste te maken. Toekomst zie je wel weer. Ga lekker in je vrije tijd naar de plek waar je graag komt. Probeer waar je nu woont iets op te bouwen. Ga op bijvoorbeeld een sportclub of volg een cursus die je leuk vindt.Probeer daar vrienden te maken.