Brenda durfde te luisteren naar haar hart: ‘Ons leeftijdsverschil telt niet’
Twee jaar geleden zette Brenda (50) een punt achter haar relatie én haar werk. Het gaf haar geen vervulling meer. Ze besloot een ander leven te gaan leiden, ver buiten de hectiek van de Randstad. Dat is meer dan goed gelukt, en niet op de laatste plaats dankzij haar buurman Stephan (74).
Er was een duidelijk moment waarop ik wist: zo wil ik niet verder. Een helderheid, een ingeving…. Ik weet niet hoe ik het anders moet noemen. Ik was alleen thuis, had net mijn laatste mail verstuurd, de computer afgesloten en zat met een kopje thee op de bank uit te puffen. Van het werk waar ik stress van had. Er was ook een jarenlange ontevreden onderstroom in mijn relatie met Arjan. We hadden zo weinig echt contact, we waren zo verschillend. Ik ging overdenken wat er allemaal mis was in mijn leven en daar werd ik niet blij van. Op twee belangrijke fronten liep het helemaal niet lekker. Ik had geen leuke baan en ik had geen vervullende relatie. Over twee weken werd ik 48. Ineens werd ik me er pijnlijk bewust van dat ik tegen de vijftig liep en ik het niet leuk had. Moest ik blijven doormodderen en hopen dat het allemaal beter werd? Wist ik niet ergens heel goed waar ik wél warm voor liep?
Zeker. Ik had daar een duidelijk beeld van. Ik wilde als zelfstandige aan de slag zodat ik vanuit huis kon werken. Bovendien wilde ik al heel lang op het platteland wonen, in de rust. Ik wilde toe naar een leven dat niet zo hectisch was, niet vol van mensen die constant iets van je willen. Ook de grote stad was ik spuugzat. Het mondaine leven, de borrels, de hippe cafés en restaurantjes. Ik kon geen ‘enig’ nieuw tentje meer zien! Dat verlangen was niet nieuw, wat wel nieuw was, was de noodzaak die ik voelde om er nu echt werk van te maken. De tijd van dromen was voorbij. Ik moest mijn leven in eigen hand gaan nemen. Nog nooit had ik dat zo duidelijk gevoeld als op die avond. Op dat moment nam ik een beslissing. Er veranderde iets in me. Ik was er helemaal vol en opgetogen van. Tegelijkertijd voelde ik een heerlijk nieuw, warm gevoel in me stromen. Een mengeling van avontuurzin en dankbaarheid. Dat ik zelf kon beschikken, dat ik iets kon en mocht kiezen dat helemaal mijn keuze in het leven was.
Drenthe
Ik gaf mezelf wel even tijd om die beslissing goed te overdenken. Maar dit was een keuze vanuit mijn hart, vanuit een diepe, wezenlijke behoefte. En die behoefte veranderde niet. Praktisch gezien was het ook mogelijk om mijn plannen te verwezenlijken. Arjan en ik waren niet getrouwd, we hadden geen kinderen voor wie een scheiding dramatisch was. Het huis stond op mijn naam, maar Arjan had altijd zijn flat aangehouden. Hij zou niet op straat komen te staan. Ik had bovendien behoorlijk wat spaargeld uit een erfenis, waardoor ik het wel een tijdje kon uitzingen als ik niet direct werk zou vinden als zelfstandige. Ik voelde zo duidelijk dat dit de keuze was die ik moest maken, ik wilde niet meer terug.
Het was geen emotioneel afscheid tussen Arjan en mij. Het kwam niet als een verrassing. Het was gewoon het gesprek dat we nog niet hadden gevoerd, maar dat al wel heel lang in de lucht hing. Ik denk dat hij ook opgelucht was. We waren zeven jaar bij elkaar geweest en hier hield het op, daar konden we allebei vrede mee hebben. We konden allebei ons eigen leven gaan oppakken en het een andere wending geven. Dat gaf nieuwe mogelijkheden. We gingen als vrienden uit elkaar.
Er brak voor mij een drukke tijd aan. Ik had mijn baan opgezegd, ik zou nog drie maanden aanblijven tot het einde van het jaar. Ondertussen was ik bezig met het zoeken naar huizen. Ik wilde naar Drenthe, dat had ik in mijn hoofd. ’s Avonds zocht ik alle huizensites af op zoek naar een mooi oud huis, ergens tegen de bosrand aan. Niet te ver van de bewoonde wereld, dat toch ook weer niet. Het was minder eenvoudig dan ik dacht. De huizenprijzen liggen er heel anders dan in de Randstad. Voor het geld van mijn dubbele etage in de Randstad kon ik daar een grote boerderij of een herenhuis krijgen. Maar wat moest ik met vijf slaapkamers? Of een gigantische tuin? Ik was maar alleen tenslotte, met drie slaapkamers was ik al dik tevreden. In het weekend toog ik regelmatig naar Drenthe met een huizenlijst. De eerste keer nam ik een goede vriendin mee die het leuk vond om met mij op huizenjacht te gaan. Dat was fijn, het blijft toch een stap en zo hoefde ik die hobbel niet helemaal alleen te nemen. Ik voelde me direct thuis in de omgeving en de volgende weekends ging ik er alleen op uit.
Verhuisd
Uiteindelijk kocht ik aan de rand van een kleine stad een lief vrijstaand boerderijtje aan een landelijk weg. Het huis was zowel groot als klein genoeg voor mij. Een heerlijke ruime huiskamer met een vide en een houtkachel en een prachtig uitzicht op de tuin en de landerijen erachter. Uitzicht en ruimte! Hier kon ik ademhalen. Mijn goede vrienden verklaarden me voor gek dat ik naar een uithoek van het land verhuisde, maar vonden het toch ook een groot avontuur. Ze kwamen meehelpen verven in het weekend en bleven slapen op meegenomen matjes en luchtbedden, ruimte was er toch genoeg. Na het weekend was ik weer alleen.
De eerste maandag dat ik helemaal ‘over’ was, genoot ik van de stilte en mijn nieuwe uitzicht. Mijn baan was nu klaar en ik zat thuis in mijn nieuwe huis. Het voelde vertrouwd en vreemd tegelijkertijd. Ik kende hier nog helemaal niemand. Dat overviel me toch een beetje. Daar zat ik dan met mijn kopje koffie en mijn mooie uitzicht. Hier had ik toch zo naar uitgekeken?
Ik moest maar eens gaan nadenken hoe ik dat ging aanpakken met die contacten. Misschien dat ik me voor een of andere cursus moest inschrijven als ik niet wilde vereenzamen. Ik begon me net lichtelijk verloren te voelen toen de bel ging. Voor de deur stond een wat oudere, artistiekerig uitziende man. Hij had grijs, wat langer achterover gekamd haar en was helemaal in het zwart gekleed. Een beetje verlegen stelde hij zich voor als mijn nieuwe buurman, Stephan. Mijn verloren gevoel verdween als sneeuw voor de zon. Dankbaar nodigde ik hem binnen voor de koffie. Ik vond hem iets sympathieks hebben. Ik leidde hem door het huis en toen hij even later tegenover me aan tafel zat met zijn handen om de mok koffie, keek hij me aan met een warme glimlach om zijn mond en zijn hoofd een beetje schuin. Er lag iets gekwetsts in zijn ogen, maar ook iets heel jongs en blijmoedigs. Ik voelde me meteen thuis bij deze man. We vertelden in grote lijnen wat over onze levens, over onszelf. Het gesprek nam al snel een persoonlijke wending. We moesten veel lachen om de manier waarop we dingen aan elkaar vertelden over onze verbroken relaties. Zijn vrouw had hem tien jaar geleden verlaten. Ze wilde terug naar de Randstad, naar de reuring van een grote stad, maar hij kon daar niet aarden, wilde daar ook niet wonen. Zo waren ze uit elkaar gegroeid. Ze leidden nu allebei een ander leven en zagen elkaar alleen nog maar af en toe. Ik vertelde hem over mijn omgekeerde beslissing, van mijn verlangen juist naar rust en ruimte. Hij knikte daarop alleen maar en lachte naar me. Als hij lachte, lachten zijn ogen zo intens warm mee. Ik werd er bijna verlegen van. Na anderhalf uur maakte hij aanstalten om te vertrekken. “Heb je van de week ’s avonds wat te doen?” vroeg hij. Nee, dat had ik natuurlijk niet. “Kom je bij me eten donderdag?” Zo gingen we uit elkaar
Vriendschap
Die donderdag ging ik eten bij mijn leuke, nieuwe buurman! Stephan had een prachtig huis, een oude rietgedekte boerderij die hij als architect helemaal zelf had verbouwd. Overal was over nagedacht, er waren veel verrassende hoekjes. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Zijn inrichting ademde iets oosters, maar ook iets heel eigens uit door bijzondere objecten, de groengrijze tinten en het gebruik van warme materialen. Er waren glazen doorkijkjes in de muur, waardoor er een ruimtelijk effect ontstond. Overal stonden grote planten. Je ging een trapje op en je liep de hoek om en je stond ineens in de badkamer met grote palmplanten en een bad dat je kon betreden door een paar treden naar beneden te gaan. Wat een bijzondere man was dit, iemand die zoiets kon creëren.
De hele inrichting straalde veel intimiteit en warmte uit. Hij had zalig voor me gekookt en we aten op de bank met een bord op schoot en onze wijnglazen voor ons op de lage houten tafel. Na een gezellige avond liep ik naar huis en dacht: ik heb er een nieuwe vriend bij. Een vriend die kan uitgroeien tot een hartsvriend. Ik dacht niet aan een liefdesrelatie. Stephan was tweeënzeventig, dus bijna vijfentwintig jaar ouder dan ik. Hij kon tenslotte mijn vader zijn.
Er brak een gezellige tijd aan. Stephan zorgde ervoor dat ik me thuis ging voelen in de provincie. Hij haalde me in het weekend vaak op en dan liet hij me de omgeving zien. Soms liepen we een heel eind, een andere keer toerden we met de auto in de buurt rond. Of we gingen naar de markt in de stad en sloegen lekkere dingen in voor ’s avonds. Dan kookten we samen en kletsten honderduit. Ik vroeg zijn advies over een nieuwe bank en nieuwe gordijnen. Hup, weer een aanleiding voor een leuk tripje naar een winkel in Groningen. Ik kon altijd bij hem aankloppen. Na drie maanden was hij een echte vriend geworden.
Bekentenis
Op een keer vertelde hij me dat hij al zo lang op zoek was naar een leuke vrouw om zijn leven mee te delen, hoe vaak hij via internet-dating had geprobeerd om iemand te vinden. Ze vielen allemaal als een blok voor zijn huis, maar met niemand had hij een klik gehad. Met zo’n leuke buurvrouw als ik hoefde hij niet meer te zoeken, grapte hij. Ik lachte met hem mee. Ik zocht er niets achter. Ja het was waar, we vonden veel in elkaar. Het was heerlijk om bij hem te zijn. We zochten elkaars gezelschap steeds vaker op. Ik vond het ook niet vreemd als hij me aanraakte of even een knuffel gaf. Dat deed ik uit mezelf ook bij hem, net zoals ik bij een goede vriendin zou doen. Maar op een dag waren we samen in de tuin bezig, we waren een plant aan het uitgraven. Ineens zette hij zijn schop neer en zei: “Brenda, ik moet je iets vertellen.” Hij klonk zo ernstig dat ik ongerust opkeek. “Ik ben tot over mijn oren verliefd op je.” Ik was werkelijk met stomheid geslagen. “Ik weet niet wat ik moet zeggen”, bracht ik uiteindelijk ongemakkelijk uit. Er viel een korte stilte waarop hij zacht zei: “Goed, dan moet ik gaan, ik kan niet anders.” Met zijn schop in zijn hand liep hij de tuin uit. Ik rende niet achter hem aan. Ik stond wel een kwartier naar die stomme, half uitgegraven struik te kijken voordat ik als verdoofd naar binnen ging. Deze man had in zo’n korte tijd een belangrijke plek in mijn leven ingenomen. Ik had met hem een contact en een vriendschap zoals ik dat nog nooit met een man had ervaren. Maar nu wilde hij kennelijk meer? Ik was totaal in de war. Ik wilde hem niet kwijt, maar een man van 72!
Aan de andere kant, wat betekent leeftijd als je het zo fijn hebt samen? Kon ik hem ook zien als geliefde? Geen sprake van! Maar hij was wel aantrekkelijk, hij liet me zeker niet onberoerd. Soms voelde ik zijn aanraking door mijn hele lijf. Ik kwam er niet uit, ik wist niet meer wat ik wilde of voelde. Moest ik bij hem langs gaan? Wanneer zou ik hem weer zien? Zou hij me nog wel willen zien als ik geen relatie met hem wilde? Ik wilde hem niet kwijt!
Spanning
Na twee dagen was ik zo somber dat ik op het punt stond naar hem toe te gaan. Alles beter dan deze stilte tussen ons. Ineens hoorde ik de achterdeur en stond hij in mijn keuken. We keken elkaar aan, het was zo fijn om hem te zien. “Ik heb nagedacht”, zei hij. “Het maakt me niet uit. Ik wil gewoon graag met je zijn, ook als vriend.” Het deed me zoveel dat hij dat zei. We omarmden elkaar en ik voelde ontroering en ook iets van spijt om wat ik nog niet aan hem kon geven. Ik wilde graag zeggen dat het misschien moest groeien, maar ik wilde hem aan de andere kant ook geen valse hoop geven.
We gingen weer op de oude voet verder, maar er was natuurlijk wel wat veranderd. Ik ging hem met andere ogen zien. Als de leuke man die mij wilde, die verliefd op me was. Ik voelde mijn lichaam nu bewuster reageren als we elkaar per ongeluk aanraakten. Er waren geen spontane aanrakingen meer, er hing een prettige spanning tussen ons in. Ik durfde dat meer en meer toe te laten, ervan te genieten, zelfs een beetje met die spanning te spelen door met hem te flirten. Op een keer toen hij na het eten naar huis ging en ik hem nakeek, voelde ik dat ik niet wilde dat hij ging, ik wilde dat hij bij me bleef, ik wilde zijn lichaam voelen, zijn handen op mijn lijf. Ik was langzaam verliefd op hem geworden, ik hield van hem. Ik heb dat gevoel een tijdje voor mezelf gehouden, ervan genoten om het verlangen zuiver te voelen, zonder het meteen in daden om te zetten. Maar op een avond was het zover, we zaten samen gezellig op de bank na het eten, zoals we zo vaak deden. De sfeer was ernaar, we vielen stil in het gesprek, keken elkaar aan en begonnen heel voorzichtig te zoenen. Het was heerlijk, zacht en opwindend, we hebben elkaar alleen maar urenlang gestreeld en gevoeld, huid op huid, intiem en teder.
Nu
Dat was het begin. We zijn nu bijna twee jaar verder. Het klopt tussen ons. Nu we een intieme relatie hebben is het nog fijner. Ik ben bij Stephan ingetrokken. Ook al zijn we buren, het steeds maar spullen verslepen van het ene naar het andere huis is vermoeiend. Zijn huis is zo groot. We hebben een werkkamer voor mij ingericht. Ik heb mijn leuke eigen huisje dus opgegeven voor de liefde, nou ja niet helemaal opgegeven. We verhuren het.
Stephan is niet oud, hij is leeftijdsloos, hij is lief, intelligent en een kunstenaar. Dat zie ik in hem, niet zijn leeftijd. Het is heerlijk om met hem te vrijen. Het is anders dan ik gewend was, veel intiemer, minder gericht op de prestatie, maar daarmee veel opwindender. We nemen er echt de tijd voor samen.
Voor mijn vrienden was het wel even wennen dat ik het met een ‘oude’ man deed. Het is meer het idee, heb ik gemerkt. Zo gauw ze hem hadden ontmoet, viel het leeftijdsverschil weg en daarmee ook het vooroordeel. We hebben in de vakanties regelmatig vrienden over de vloer die een weekendje komen. Stephan kan fantastisch lekker koken. Dus dat zijn dan wel weekenden waar iedereen erg geniet van de goede dingen van het leven.
Zijn kinderen zijn bijna net zo oud als ik. Dat vinden ze niet vreemd, ze zijn alleen maar blij dat hun vader een nieuwe vriendin heeft. Het leeftijdsverschil betekent niet zoveel voor ze. We kunnen goed met elkaar opschieten, dat is wat telt.
Natuurlijk ben ik wel eens bezig met de toekomst. Ik zal niet met Stephan oud worden. Soms denk ik wel, wat als hij een beroerte krijgt? Of wat als hij last krijgt van verschijnselen van dementie? Maar niets in dit leven is zeker, behalve het moment dat we leven. Daar houd ik me aan vast. Soms heb ik wel eens een verdrietig gevoel over het feit dat ik hem niet eerder heb ontmoet. Al die verloren jaren dat we elkaar nog niet kenden. En nu hebben we nog maar zo kort!
Maar het is alsof we ons leven samen daardoor dubbel geconcentreerd leven. We maken geen onnodige, domme ruzies, we hoeven elkaar niet te veranderen. Voor Stephan ben ik precies goed zoals ik ben.
Door de week ben ik vaak aan het werk boven. Stephan heeft ook nog klussen als architect. Maar ieder dag samen wakker worden is een feest. We maken samen een ontbijtje klaar en lezen elkaar stukken uit de krant voor. Binnenkort gaan we samen een lange reis door Azië maken. Het is een avontuur om dat samen met hem te doen. Waar houdt hij van, hoe gaan we reizen, wat gaan we voor moois ontdekken? Maar onze echte ontdekkingsreis is toch de weg die we elke dag vinden met elkaar, vol verwondering en plezier.
Tekst: Sanne Prins