Liefde voor een god

De liefde voor God of Allah of een ander geloof of een levensovertuiging kan heel diep gaan, en je leven ingrijpend veranderen. Wereldwijd is een meerderheid van de bevolking religieus. Ilona, Meyra en Ellen zijn drie Nederlandse vrouwen die leven volgens een bepaalde overtuiging. Zij vertellen wat dat voor hen betekent.

Ilona (48) heeft haar hele leven in dienst van God gesteld. Samen met haar man stichtte zij in 2005 haar eigen kerk.

“Ik trouwde jong, ik was negentien jaar toen ik met mijn man Peter in het huwelijk trad. Inmiddels zijn we achtentwintig jaar samen. We hebben vier kinderen, twee jongens van 26 en 20 en twee dochters van 23 en 17. Ook onze kinderen zijn gelovig, net zoals de meeste van onze vrienden en kennissen. Ons leven staat in het teken van God, we staan vierentwintig uur per dag ten dienste van God. Mijn man en ik komen allebei uit een streng gelovig gezin, onze ouders maakten deel uit van de gereformeerde gemeente. Ik was gewend om naar de kerk te gaan, het was gewoon, vertrouwd, ik wist ook niet beter. Hoewel ik zeker was van het feit dat er een God was en daar niet aan twijfelde, had ik zelf toen nog geen relatie met Hem, dat kwam pas veel later. Toen onze oudste zoon tweeënhalf was, liep het in onze relatie niet erg lekker, het ging stroef. Peter was heel druk met zijn werk, hij was heel erg gericht op carrière maken en geld verdienen. Ik had het idee dat zijn gezin op de tweede plaats kwam. Op een avond zei ik tegen mijn man dat we moesten praten. ‘Ach, ga toch bidden,’ zei hij en vervolgens ging hij slapen. Zijn uitspraak kwetste me, maar zette me ook aan het denken. Ja, ik was religieus maar nog niet gelovig, ik ging elke week naar de kerk, maar ik voelde me toch alleen. ‘Here, help me,’ zei ik tegen God en dat deed Hij. Mijn huwelijk verbeterde direct, mijn man en ik vonden elkaar weer en ik wist dat dat de hand van God was. De persoonlijke ervaring met God kwam vier jaar later. Ik miste iets in mijn leven. Ik verlangde intens naar God. Ik zag soms mensen die een enorme, innerlijke rust en vrede uitstraalden, dat geluk zocht ik ook. Ik ging intensief op zoek, ik sprak met mensen, las veel in de bijbel en vroeg God of Hij in mijn leven wilde komen. En dat gebeurde. Als je me vraagt hoe ik dat wist, dan kan ik alleen maar zeggen: als het je overkomt dan weet je het direct. Ik werd vervuld van een intens geluk. Blijdschap, vreugde, rust en vrede, het kwam allemaal in me op, op dat moment en het heeft me nooit meer verlaten.”

Duizenden gelovigen
“In 2005 besloten mijn man en ik onze eigen kerk De DoorBrekers te stichten en het was direct een groot succes. Mensen konden moeiteloos de weg naar ons vinden en in no time groeiden we van honderden naar duizenden gelovigen. Mijn man en ik hebben ons leven in dienst gesteld van God, wij zijn Zijn handen en voeten op aarde. Het is een actieve geloofsgemeenschap waar iedereen welkom is, dat is belangrijk. God sluit niemand uit, God is er voor iedereen, ongeacht wat je hebt gedaan of hoe je bent. Voor mij is God alleen maar liefde, allesoverheersende, onvoorwaardelijke liefde en niets anders. Het doet me pijn als God als boeman wordt afgeschilderd, zo zie ik Hem helemaal niet. Ik geloof niet dat God de schuld is van ziektes of geweld. Pijn en verdriet komen voor in het leven, dat is nu eenmaal zo, daar ontkom je niet aan. We leven in een gebroken wereld en ja, soms verlies je als mens de strijd. Maar God verlies je nooit, Hij zorgt er juist voor dat je het leven aankan, Hij geeft je de kracht boven het verdriet en de pijn uit te stijgen, Hij helpt je het leven aan te kunnen. Oorlogen, dat zijn dingen die mensen veroorzaken. Geweld is iets dat mensen elkaar aandoen. Dat komt zeker niet van God, van God komt alleen liefde. De kerstperiode is belangrijk, de tijd dat God geboren is vieren we, samen thuis met ons gezin en in de kerk. Tijdens kerst vieren we het begin van alles, het moment dat God gekomen is voor mij en iedereen. Bang voor de dood ben ik niet. Ik weet dat ik het eeuwig leven heb ontvangen, nu al, en na de dood, en dat ik naar Hem toe zal gaan. Na mijn dood zal ik God zien en tot die tijd zal ik proberen zoveel mogelijk mensen te bereiken met mijn geloof. God raakt levens aan, Hij verandert mensen ten goede en dat geluk gun ik iedereen.”

Meyra (51) is moslima en haar geloof geeft haar kracht en steun. Ze maakt haar eigen keuzes, en voedt haar kinderen op met zowel het kerstfeest als het suikerfeest.

“Ons gezin kwam in 1970 in het kader van gezinshereniging vanuit Turkije naar Nederland. Ik was vier, mijn jongste broertje net één jaar. Mijn vader had eerst een aantal jaren in Duitsland gewerkt en gewoond en verhuisde daar vandaan naar Nederland, omdat daar meer werkgelegenheid was. Toen hij vast werk en woonruimte gevonden had, liet hij zijn gezin overkomen. Ik ben het jongste meisje, ik heb nog een jongere broer, nog twee oudere broers en drie oudere zusjes. Wij waren nog nooit in Nederland geweest en het was een echte cultuurschok. We kenden de taal niet, wisten niets van de gebruiken en vonden het als kind vooral koud en grijs. In Turkije leefden we vooral buiten en kenden we iedereen in het dorp, veel inwoners waren familieleden, maar hier bleven we meestal binnen en we kenden in het begin nog helemaal niemand. Mijn vader was de enige in ons gezin die Nederlands sprak, wij moesten alles nog leren. Mijn moeder klaagde nooit hoewel ze het echt wel heel moeilijk had in het begin, ik heb enorm veel respect voor haar. Eerst had ze zoveel jaar alleen voor ons gezorgd en nu deed ze dat met evenveel liefde in een ook voor haar totaal andere wereld. Ze was positief ingesteld, ze maakte er het beste van en had in korte tijd een fijn en warm huis voor ons gecreëerd. Thuis voelden we ons achter de voordeur, daar buiten was het nog even wennen. Natuurlijk moesten we naar school en dat was spannend, om niet te zeggen eng. Wat enorm hielp was dat we met alle broers en zussen op dezelfde scholengemeenschap terechtkwamen. Het maakte ons sterk, we waren niet alleen, als de een gepest werd of het moeilijk had, was er altijd wel een ander die het voor je opnam. Als moslimgezin tussen de overwegend katholieke Brabantse meerderheid was het aanpassen geblazen en ik moet zeggen, dat hebben mijn ouders altijd heel goed gedaan. Ze deden concessies als het nodig was voor onze toekomst, maar verloren onze eigen identiteit nooit uit het oog. Er was ruimte voor nieuwe gebruiken, maar we verloochenden onze oude gewoonten niet. We waren moslim en leefden daar ook naar en dat doe ik nu nog. Ik heb mijn geloof altijd als een houvast gezien, nooit als een belemmering. Het geloof geeft me steun en kracht als ik het nodig heb, maar ik neem mijn eigen beslissingen en maak mijn eigen keuzes. De islam is een godsdienst van liefde. Ik wil me ook niet verantwoorden voor gruweldaden die in de naam van mijn godsdienst door anderen gepleegd worden. Ik vraag mijn katholieke vriendin ook niet of ze verantwoording wil afleggen voor het kindermisbruik in de katholieke kerk. Zoals overal zijn er goede en slechte mensen, dat heeft niets te maken met geloof. Ik beoordeel iemand op zijn of haar daden, niet op religieuze overtuiging.”

Feestdagen
“De Nederlandse feestdagen vierden we niet bewust thuis, voor ons kinderen betekende het vaak alleen een extra vrije dag. Kerst vierden we niet, we hadden geen boom en we deden niet mee aan het kerstontbijt op school, iets wat ik wel jammer vond. Wij vierden de islamitische feestdagen wel, maar ik vond kerst met een boom en lichtjes toch ook heel prachtig. Ik begreep mijn ouders wel hoor, zij waren er destijds nog van overtuigd dat hun verblijf in Nederland tijdelijk zou zijn en dat we binnen afzienbare tijd terug zouden gaan naar ons geboorteland. Wennen aan de culturele tradities van Nederland was niet nodig, we zouden toch weer weggaan. Maar we gingen niet weg, we bleven, alle kinderen op mijn oudste broer na wonen nog steeds in Nederland. Mijn ouders zijn na hun pensionering terug gegaan naar hun geboorteland, maar wij zijn hier gebleven. Ik woon nog steeds in de plaats waar mijn vader ons destijds mee naartoe nam. Ik werd verliefd op een Turkse man, we vormden ons eigen gezin en kregen vier prachtige kinderen, twee jongens en twee meisjes.
Vanaf het moment dat ons eerste kindje geboren werd besloot ik een kerstboom in huis te halen. Mijn man was eerst wel verbaasd dat ik dat wilde, maar vond het ook wel gezellig. En zo zijn onze kinderen opgegroeid met kerst en suikerfeest, met kinderfeest en carnaval. Ik vind het belangrijk dat ze beide tradities kennen en vieren. Ik wilde niet dat mijn kinderen uitgesloten zouden zijn van het kerstontbijt op school, ik geloof juist in samengaan en niet in gescheiden werelden. Ik vertel mijn kinderen over ons geloof, maar ook over andere geloven. Ik leer hen wat de verschillen zijn, maar zeg hen ook dat de overeenkomsten vaak veel groter zijn. Ik leer hen dat ze naar anderen moeten luisteren, maar hun eigen mening moeten vormen. Volg je hart, zeg ik tegen hen, dat is puur en zuiver en neem je altijd met je mee ongeacht je woon- of verblijfplaats.”

Ellen (57) is zenboeddhiste en vindt veel rust in deze levensovertuiging. Het boeddhisme leert haar te leven in het nu en de dingen in haar leven te accepteren zoals ze zijn.

“Zen speelt een rol in mijn leven, zeker, maar ik heb daar niet zo bewust voor gekozen, het is zo gegaan. Zen is voor mij een weg om god en mezelf te vinden, een levensweg, geen vaststaande leer met regels en wetten. Boeddhisme is ook geen geloof, meer een levensovertuiging. Ik vind het moeilijk om te verwoorden wat ik precies wil zeggen, omdat dat niet met woorden uit te leggen is. Hoe druk ik iets uit van wat Essentie is en hoe ‘leef ik dat’? Wat ik nu toepas in mijn leven, daar gaat het om. Het gaat niet om zen of de benaming, het gaat om de waarheid in je hart vinden. Mijn man Dick is zen-leraar en kan het vaak mooi verwoorden, vind ik. Hij zegt altijd: ‘Geloof niet, maar ondervind het zelf’.
Ik kom uit een katholiek gezin. We gingen naar de kerk, maar zelf vond ik niet zoveel in dat geloof, ik miste de verdieping daarin bij ons thuis. Het geloof was vooral een reeks van verplichtingen, iets waar ik me niet thuis bij voelde en terwijl ik houd van de mystieke kant van het christendom, kan ik me niet vinden in wat het instituut kerk veelal gemaakt heeft van het christelijk geloof. Toen ik 26 was ging ik reizen door Azië. Ik besloot een tiendaagse cursus boeddhisme voor westerlingen te volgen in een klooster in Thailand. Ik voelde wel dat er iets te halen viel op spiritueel gebied in dat klooster, ik hoorde alles, maar het ‘landde’ nog niet. Ik maakte kennis met het basisbeginsel van het boeddhisme dat leven lijden is en dat er een weg uit dat lijden bestaat die beschreven wordt in het 8-voudige pad. Dat is de kern, maar ‘het’ boeddhisme bestaat niet; er zijn heel veel verschillende stromingen. Wat ik probeer in mijn leven is om het goede te doen en het kwade te laten, maar wat dan precies de definitie van goed en kwaad is, ligt ook niet vast. Alles ís, en goed en kwaad zijn ideeën. Leven in het nu, accepteren dat het leven is zoals het is, dat is belangrijk. Ben ik bereid om ja te zeggen tegen hoe het ook is? Als dat lukt, hoef ik niet steeds bezig te zijn met het aangename te zoeken en het onaangename te vermijden. Dan gaat het me ‘goed’, ook als ik op dat moment verdrietig ben. Ik vind het leven niet makkelijk. Ik heb een druk hoofd en een zwakke gezondheid, ik heb een intens slaapprobleem. Soms slaap ik maar vijf minuten per nacht en dat heeft een enorme impact op mijn leven. Mediteren brengt me rust, ik doe het inmiddels al jaren en merk ook dat het me helpt. Ik zeg altijd: ik ben er niet goed in, maar ik ga er wel mee door.”

Houvast
“Alles in het leven is voor mij een uiting van liefde; zelfs iemand die het kwade doet schreeuwt om liefde. Ook die is net als ik op zoek naar liefde, zo je wil houvast en veiligheid. Maar die laatste twee bestaan niet. Er is geen houvast, ook niet aan ideeën en ook niet aan zen of wat dan ook. Het leven ís onveilig, maar het gaat om ja zeggen tegen dat leven, precies zoals het is. In ons huis is een steen in de buitenmuur gemetseld met de tekst Don’t push the river. Wij kunnen de stroom van het leven niet bepalen. Al moeten we wel proberen het ‘goede’ te doen en het ‘kwade’ te laten. Mijn wens is mijn licht te laten stralen. Het licht dat ik in wezen ben, dat we allemaal zijn. Met kerst hoop ik dat er wat van ons licht straalt uit de muziek die we maken. Ik speel verschillende instrumenten, zing en dirigeer een paar koren. Met één koor zingen we op kerstavond in een verpleeghuis waar veel mensen aan bed gekluisterd zijn. Het is heel fijn om voor hen te zingen. Ik heb zelf ooit in het ziekenhuis gelegen en terwijl ik daar lag hoorde ik op de gang gezang van een koor. Dat heeft me diep geraakt, alsof er engelen op de gang liepen te zingen. Kerstmis is voor mij het licht dat we zijn, maar daar hoeft het niet per se 25 of 26 december voor te zijn. Kerstmis kan er altijd zijn, het licht in jezelf kan zich op elk moment openbaren want het zit er al, het licht zit in ieder mens. We zijn allemaal het licht.”

Tekst: Lydia Zittema

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *