Ouderenmishandeling, een landelijk probleem
Een op de twintig thuiswonende 65-plussers krijgt te maken met ouderenmishandeling. De dader is vaak een bekende, in veel gevallen zelfs familie of een gezinslid. Lichamelijk geweld, geestelijke mishandeling en financiële uitbuiting, het komt allemaal voor. De onlangs gestarte overheidscampagne tegen ouderenmishandeling is helaas dan ook geen overbodige luxe. Ina (62) en Marian (58) kunnen hier van meepraten.
Ina (62) komt via haar werk als mentor bij ouderen regelmatig in aanraking met ouderenmishandeling, maar ook in haar omgeving maakte ze het mee.
Mijn beroep was psychiatrisch verpleegkundige, ik heb altijd met mensen gewerkt en toen mijn beide ouders overleden besloot ik vrijwilligerswerk te gaan doen voor ouderen. Ik wilde actief blijven én tussen de mensen zijn, dus meldde ik me aan bij Stichting Mentorschap in de plaats waar ik woon. Mentorschap Nederland helpt mensen die moeite hebben de regie over hun leven te houden. Het gaat om kwetsbare mensen. De rechtbank benoemt een mentor om deze mensen te helpen bij verzorging, verpleging, behandeling en of begeleiding. Als mentor kom ik in mijn werk in aanraking met ouderenmishandeling, maar ook in mijn vrije tijd liep ik eens tegen een situatie aan waarin ik ouderenmishandeling vermoedde. Het was zomer en bij veel huizen stonden op dat moment de ramen open. Ik liep over straat naar het buurtcentrum en hoorde uit één van de aanleunwoningen boven het gebouw ruziegeluiden. Een man schreeuwde, ik hoorde een vrouw iets terug zeggen, wat precies kon ik niet horen, maar het was duidelijk dat er ruzie was. Ik hoorde een geluid alsof er geslagen werd en daarna werd het stil. Op dat moment deed ik niets met wat ik dacht gehoord te hebben, maar ’s nachts kon ik er niet van slapen. Ik móest iets doen. Mijn gevoel vertelde me het er niet bij te laten zitten. De volgende ochtend ben ik teruggegaan naar het wijkgebouw en heb ik het incident gemeld aan de thuiszorg. Mijn gevoel bleek juist, wat ik gehoord had was huiselijk geweld. Het ging om een echtpaar waarbij de vrouw steeds verder achteruit ging en de man alle zorg op zich nam. Het was de man te veel geworden, hij kon alle problemen en de zorg voor zijn slechter wordende vrouw niet meer alleen aan. Het werd steeds zwaarder, zowel lichamelijk als geestelijk. Ik was blij dat ik het gemeld had. Het echtpaar was al bekend bij hulpverleningsinstanties en er was al geconstateerd dat het niet goed ging met deze man en vrouw, maar mede door mijn verhaal werd de situatie nog duidelijker waardoor passende hulp kon worden geboden.”
Afhankelijk
“Een schrijnend geval waar ik als mentor bij betrokken was ging over een meneer waarbij de buren heel geleidelijk grensoverschrijdend gedrag gingen vertonen. De mensen woonden lange tijd naast elkaar, de gezinnen waren samen ouder geworden en het contact was hecht. Toen de buurman zijn vrouw verloor en alleen kwam te staan, sprongen de buurkinderen, die zelf inmiddels volwassen waren, bij. Ze boden de buurman mantelzorg. Ze deden de boodschappen en hielpen bij praktische zaken, maar gaandeweg veranderde er iets in de verhoudingen. De buurman werd afhankelijk van de buren, maar zag daar zelf helemaal geen kwaad in. Hij kende deze mensen al zo lang, ze waren hem vertrouwd en hij gaf ze dan ook zonder enige argwaan zijn bankpas met bijbehorende pincode mee om boodschappen voor hem te doen en rekeningen over te maken. Toen een oplettende bankmedewerker contact opnam met de man om hem te vragen naar het overmaken van twee grote geldbedragen werd de man zelfs heel erg boos. Waar bemoeide de bankmedewerker zich mee, het was toch zijn geld? De bankmedewerker had echter een naar onderbuikgevoel over de zaak. Hij liet het er niet bij zitten en lichtte de politie in die een onderzoek startte. Er bleek wel degelijk van alles mis te zijn. De man kreeg absoluut niet de zorg die hij nodig had. Er werd wel leefgeld gepind elke week, maar er was geen eten in de koelkast. De grote bedragen had de man aan zijn verzorgers gegeven voor het opzetten van een eigen zaak. Volgens de mantelzorgers was het meneer zijn eigen keus, hij wilde hen graag helpen, hij bood het zelf aan. Volgens hen ging het helemaal niet om misbruik. Heel vaak begint financieel misbruik klein met het geven van een pinpas met code om de boodschappen te kunnen doen, maar eindigt met bedragen die de ouderen in het ergste geval aan de bedelstaf brengen. Sommige ouderen verliezen al hun spaargeld en soms zelfs hun huis. Ook zijn er mensen die door een huurachterstand hun huis uit moeten omdat de mantelzorger de huur niet heeft betaald. Zeker als mensen een klein sociaal netwerk hebben en afhankelijk zijn van de geboden hulp is de kans op misbruik groot. Betrokkenen durven er niets van te zeggen, want misschien komt de persoon dan wel niet meer en staan ze er helemaal alleen voor. En het meest schrijnende vind ik nog hoe makkelijk sommige mensen zich laten verleiden misbruik te maken van een kwetsbare oudere. Het is vreselijk dat één op de twintig mensen in de laatste fase van hun leven zoveel angst en onveiligheid ervaren. Dat moet veranderen en hopelijk kan de nieuwe campagne van de overheid daar aan bijdragen.”
Campagne tegen ouderenmishandeling
Onder het motto Het houdt niet op, totdat je iets doet roept de nieuwe overheidscampagne mensen op wat te doen met hun zorgen over ouderenmishandeling. Mensen in de directe omgeving van ouderen merken dat er iets mis is, maar weten vaak niet hoe ze in actie kunnen komen. Daarom wil de campagne tegen ouderenmishandeling mensen aansporen een eerste stap te zetten bij vermoedens van ouderenmishandeling. Minister Hugo de Jonge (VWS): ‘Elke actie, hoe klein ook, kan al het verschil maken. Je kunt bijvoorbeeld met de oudere een kopje koffie drinken en vragen hoe het gaat. Of je bespreekt je vermoedens met iemand die de oudere ook kent, zoals een buurvrouw, familielid of wijkverpleegkundige. Want samen weet je vaak meer. En als je je zorgen deelt, kun je ook samen nadenken hoe je de oudere kunt helpen.’ (Bron: rijksoverheid.nl)
De website ikvermoedhuiselijkgeweld.nl geeft mensen advies wat ze kunnen doen. Hier staan onder andere de signalen van ouderenmishandeling en tips om het gesprek aan te gaan.
Mijn eigen broer!
Marian (58) dacht dat haar broer goed voor haar moeder zorgde, maar de werkelijkheid was anders. ‘Gaandeweg is hij een monster geworden dat zelfs zijn eigen moeder terroriseerde.’
Het contact met mijn jongere broer is jaren verbroken geweest, maar nadat hij gebroken had met zijn toenmalige partner nam hij weer contact op met mijn moeder en mij. Hij was aan lager wal geraakt en had dringend hulp nodig. Mijn moeder was destijds 83 jaar oud en woonde nog zelfstandig. Mijn vader leefde nog, maar woonde in een verzorgingshuis omdat hij leed aan dementie. Mijn broer zette mijn moeder onder druk om hem in huis te nemen en uiteindelijk bezweek ze. Hij dreigde een eind aan zijn leven te maken als mijn moeder hem niet zou helpen en mijn moeder durfde dat risico niet te nemen. Ze nam mijn broer in huis en zij en ik probeerden het leven van mijn broer weer op de rit te krijgen. Mijn broer had grote financiële problemen, zo had hij onder meer een enorme huurschuld die mijn moeder voor hem afbetaalde. In totaal gaf ze meer dan een ton aan mijn broer die zich steeds agressiever ging gedragen. Hij kon zonder enige aanleiding vreselijk tegen haar uitvallen. Ook tegenover mij kon hij zich angstaanjagend opstellen. Hij kwam dan heel dicht bij me staan en schreeuwde me allerlei verwensingen naar mijn hoofd. Toen ik mijn moeder vertelde over zijn woedeaanval, zei ze dat ze dat dagelijks meemaakte. Ik wist niet wat ik hoorde. Hoe kon hij zich zo gedragen tegenover de mensen die hem probeerden te helpen? Ik regelde van alles voor hem, ik vroeg een uitkering voor hem aan en vrienden van me boden hem zelfs een baan aan, wat geen succes was overigens. Het lukte hem niet grip op zijn leven te krijgen en alles wat mis ging in zijn leven weet hij aan anderen, ook aan mij en mijn moeder. Toen ook vrienden me bezorgd vertelden dat ze hadden gezien dat mijn broer zich zo agressief gedroeg, besloot ik hulp te zoeken en mijn ongerustheid te delen met Veilig Thuis. Ik wilde weten wat ik kon doen om mijn moeder te helpen en de situatie bespreekbaar te maken. Het was toch haar zoon voor wie ze zich altijd verantwoordelijk was blijven voelen. Zij was niet verantwoordelijk voor zijn geluk, maar zo voelde ze dat lange tijd wel. Ze had echt tijd nodig om afstand van hem te nemen en te beseffen dat er maar één manier was en dat was hem uit huis zetten.”
Monster
“Veilig Thuis bracht mij en de andere familie in contact met het wijkteam. Ook zetten we een familieberaad op. Het was fijn onze zorgen te kunnen delen met Veilig Thuis, dankzij hen stonden we er als familie niet alleen meer voor. Met elkaar keken we hoe we mijn moeder het beste konden helpen en ervoor konden zorgen dat mijn broer haar huis zou verlaten, want dat dat de enige oplossing was, daar waren we het allemaal over eens. Mijn moeder was sinds mijn broer bij haar woonde veranderd van een nog zeer energieke oudere vrouw in een zielig hoopje ellende. Ik zag haar aftakelen. Natuurlijk was ze op leeftijd, maar vanaf het moment dat mijn broer bij haar woonde, ging ze zienderogen achteruit. Door de bedreigende situatie waar mijn moeder zich in bevond, durfde ze niet open te praten over wat er allemaal gebeurde. Ze was ook bang dat haar zoon zijn dreigement om uit het leven te stappen uit zou voeren. We gingen het gesprek aan met mijn moeder en gelukkig besefte ze dat het noodzakelijk was mijn broer los te laten en hem te sommeren haar huis te verlaten. We namen een advocaat in de arm voor de juridische bijstand en zorgden ervoor dat zowel mijn broer als mijn moeder werd opgevangen. Nadat mijn broer was vertrokken keerde de rust terug in mijn moeders leven. Ik zag haar opknappen. Ik ben degene geweest die mijn broer destijds heeft opgehaald en naar mijn moeders huis heeft gebracht en ik heb me daar lange tijd heel schuldig over gevoeld, ik had nooit kunnen denken dat het hiertoe zou leiden. We hebben het er nog wel eens over, mijn moeder en ik, en dan zijn we allebei opgelucht hoe het uiteindelijk gelopen is. Mijn broer is niet goed bij zijn hoofd en dat ziet ook mijn moeder in, maar het is niet makkelijk dat toe te geven als het over je eigen kind gaat. Gaandeweg is hij een monster geworden die zelfs zijn eigen moeder terroriseerde en haar zowel emotioneel als geestelijk mishandelde. Mijn broer was uit op haar huis, hij wilde haar wilsonbekwaam laten verklaren en heeft haar zelfs meegenomen naar een arts om haar te laten onderzoeken, maar die dokter trapte daar gelukkig niet in. Mijn vader en zus zijn inmiddels overleden, mijn broer leeft nog, maar we hebben geen contact meer met hem en dat wil ik ook niet. Hij was het probleem in mijn moeders leven, alleen is ze veel beter af. Inmiddels is ze 93 en woont nog altijd zelfstandig. Ze is tien jaar jonger geworden sinds mijn broer haar huis verlaten heeft.”
Alarmerend hoge cijfers
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, is een onderdeel van het Nederlands ministerie van Justitie en Veiligheid en heeft onderzoek gedaan naar ouderenmishandeling onder thuiswonende 65-plussers. Ze kwam met schokkende cijfers; een op de twintig thuiswonende 65-plussers krijgt te maken met ouderenmishandeling. Het kan gaan om lichamelijk geweld, geestelijke mishandeling en financiële uitbuiting. Vaak zijn de daders bekenden van het slachtoffer en is de oudere van deze persoon afhankelijk.
Meldpunt Veilig Thuis
Maak je je zorgen om een oudere en wil je deze zorgen delen met professionals? Veilig Thuis (0800-2000) is een gratis en anonieme hulplijn. Voor meer informatie onder meer over signalen van ouderenmishandeling, kijk op veiligthuis.nl
Bron: www.rijksoverheid.nl
-
Twee jaar lang heb ik met hart en ziel voor mijn moeder gezorgd. Vorig jaar is ze overleden. Nu zorg ik voor mijn vader van 79, die nog behoorlijk goed bij verstand is, maar wel zo zijn gebreken heeft. Dat betekent dat ik ook gemachtigd ben om bij zijn bankrekening te kunnen. In feite kan ik doen en laten wat ik wil, maar het is nooit in me opgekomen om daar misbruik van te maken. Iedere uitgave bespreek ik eerst met hem. En als hij me ooit iets wil geven als dank voor mijn hulp, zal ik nooit om iets wanstaltig duurs vragen. Ik zou me kapot schamen.