homo met kinderwens

‘Ik ben een homo met kinderwens’

Het overweldigende moment dat Roy op zijn vijfendertigste zijn pasgeboren zoon Mathijs zeven jaar geleden in zijn armen kreeg, vergeet hij nooit meer. “Ik wist: dit is mijn kind, ik voelde me de spreekwoordelijke leeuwin die voor haar kleintje gaat vechten, vanaf dat moment was ik ook echt vader!” Dat Roy niet de biologische vader is, deed niets aan dat gevoel af.

“Als homoseksueel is het niet zo vanzelfsprekend om een kind te krijgen. Ik had mijn kinderwens eigenlijk naast me neergelegd. Want daar heb je een vrouw voor nodig en dat wilde ik dus juist niet. Ik kreeg op jonge leeftijd een relatie en mijn partner had ook een kinderwens. We wilden het allebei heel graag, daar praatten we vrij vroeg in onze relatie al over. Daardoor werd mijn wens steeds sterker. We hoorden verhalen van homostellen die hemel en aarde bewogen voor een kind, naar het buitenland gingen, maar dat zagen wij niet zitten. Ik stond er heel relaxed in, het leven loopt zoals het loopt en dat is goed. En zo is het gegaan. Bijna geruisloos en vlekkeloos. Een vriendin gaf aan dat ze draagmoeder wilde zijn. We hebben echt wel een aantal jaren met haar overlegd. Allerlei scenario’s besproken totdat we er alle drie zeker van waren dat we dit met elkaar gingen doen. Mijn partner zou het kindje erkennen samen met de moeder. En het plan was om na een jaar een stiefouderadoptie aan te vragen, zodat ik ook juridisch vader zou worden.”

 

Lees ook: Eén dochter, twee papa’s

 

Omgangsregeling

“Helaas liep het anders. Mijn vriend en ik gingen in het eerste levensjaar van Mathijs uit elkaar. Dan staat je wereld op zijn kop. We werden het eens dat ik voor het grootste deel voor de kleine zou gaan zorgen. Ik trok tijdelijk bij mijn ouders in, omdat ik niet meteen eigen woonruimte had. Natuurlijk was dat een grote aanpassing voor ons allemaal. Ik ben blij dat we welkom waren bij mijn ouders, daar ben ik ze superdankbaar voor. Ik kreeg de zolder, we richtten een kamertje voor Mathijs in en zeker in die tijd hebben ze me echt geholpen met de zorg voor hem. Na tien maanden kreeg ik mijn eigen huis. Daar waren we ook allemaal aan toe. Mijn vader zei heel nuchter: ‘Het was prima dat jullie hier woonden, maar het is ook prima dat je nu gaat verhuizen.’ En ik vond het zelf natuurlijk ook fijn weer een eigen stekje te hebben, samen met mijn zoon. Mijn ex en ik hebben een omgangsregeling en ook de moeder van Mathijs zien we met regelmaat op vriendschappelijke basis.”
“Met de geboorte merkten we al dat we in een unieke situatie zaten. Onze draagmoeder kreeg een keizersnede, en normaal gesproken mag de vader van het kind daar bij zijn in de operatiekamer. Maar nu stonden daar twee vaders. Het ziekenhuis had zo’n situatie nog niet eerder meegemaakt. Ze waren ontzettend lief en begripvol en uiteindelijk mochten we er allebei bij zijn. Toen mijn partner en ik uit elkaar gingen, merkten we opnieuw dat we in een unieke situatie zaten. We kregen met allerlei instanties te maken. Gelukkig werd al snel duidelijk dat Mathijs bij mij een stabiele thuissituatie heeft en dat we met elkaar een goede regeling hebben getroffen. We zijn op zoek naar een manier waarop mijn ex-partner en ik allebei juridisch ouder kunnen worden. Als dat lukt, zou ik dat heel mooi vinden. En dan zou mijn situatie ook anderen kunnen helpen. Voor twee mannen is het toch lastig met de huidige regels. Het klimaat in Nederland is gelukkig wel aan het veranderen, er worden ook andere vormen van ouderschap erkend. De wetgever is nu bezig om twee vrouwen die getrouwd zijn en een kind krijgen, ook allebei automatisch als moeder te erkennen. Dat is weer een mooie stap vooruit.”
“Mathijs en ik hebben het goed voor elkaar samen. Het is als alleenstaande vader, voor alle alleenstaande ouders trouwens, niet altijd makkelijk. Gelukkig heb ik veel lieve mensen om mee heen die willen bijspringen. Ook al blijft het lastig om te vragen, ik ben blij dat ik zo nu en dan op mensen kan terugvallen. Als ik eens in de file sta na het werk, hoef ik mijn ouders maar te bellen en ze halen hem op. Eén keer in de twee weken gaat hij een weekend naar zijn andere vader, dan heb ik wat tijd voor mezelf. Dat is fijn, maar ik voel me ook altijd een beetje ontheemd als mijn zoon er niet is. Ik werk drie dagen in de week, omdat ik er ook echt voor Mathijs wil zijn. Ik probeer de huishoudelijke taken zoveel mogelijk te doen als hij op school is, zodat onze tijd samen ook echt tijd samen is. Lekker naar de bossen op woensdagmiddag, naar een speeltuin. Wat dan ook. Daar genieten we allebei van.”

 

Ruimte geven en krijgen

“De feestdagen zijn wel een tijdje een dingetje geweest. De ene kerstdag hier, de andere bij zijn andere vader. Waar viert hij zijn verjaardag? Waar is hij met Vaderdag? Hoe doen we het met Moederdag? Maar ook daar hebben we een weg in gevonden, omdat we elkaar de ruimte geven. Ik werd knettergek van het op en neer gereis tussen de twee kerstdagen. Dat hebben we losgelaten, we wisselen nu per jaar af. Met Vaderdag is het toevallig zo uitgekomen dat Mathijs meestal bij zijn andere vader is. Ik geloof dat we dat pas één keer bij mij hebben gevierd. Van huis uit heb ik wel meegekregen dat je stilstaat bij Vaderdag, met papa en mama en bij opa en oma. Maar ik ga mijn zoon echt niet verplichten om twee tekeningen te maken. We volgen daarin gewoon wat hij zelf aangeeft. Dit jaar heeft hij iets moois voor zijn moeder gemaakt en hij staat erop het persoonlijk te gaan geven. Dat regel ik dan voor hem. Hij wordt natuurlijk steeds ouder, die ruimte moet hij krijgen vind ik. Ik ben ontzettend trots op hem, hij ontwikkelt zich goed en wordt steeds zelfstandiger. We hebben een stabiele basis, ik zit goed in mijn vel en ben trots op ons.”

Roy

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *